Vroegmiddeleeuwse munten en sieraden gevonden in Twente
In mei 2019 vonden hobby-archeologen met hun metaaldetector in natuurgebied Springendal bij Hezingen (gemeente Tubbergen, Twente) een aanzienlijke hoeveelheid gouden en zilveren munten en sieraden. Nader onderzoek en opgraving ter plaatse leidden tot de ontdekking van een offerplaats. De vondsten van de detectorzoekers zijn verworven door het Rijksmuseum van Oudheden. Binnenkort zijn ze als bruiklenen te zien in het Rijksmuseum Twenthe.
De aanzienlijke hoeveelheid gouden en zilveren munten en sieraden die de amateur-archeologen aantroffen, deed vermoeden dat het hier zou kunnen gaan om een (deels) verploegde goud- en zilverschat. De munten en sieraden dateren uit de 7e eeuw. De vondst is gemeld bij de archeologische organisatie PAN (Portable Antiquities of the Netherlands).
[Tekst gaat verder onder de foto]
Offers aan de goden?
Na uitgebreid vooronderzoek en uitstel vanwege corona-maatregelen werd een opgraving ter plaatse georganiseerd door de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). RCE-archeoloog Jan-Willem de Kort: “Daarbij werd nog meer goud en zilver gevonden, en sporen die behoren bij een offerplaats. Een aantal palen op een rij, mogelijk voorzien van heilige tekens of een Wodanskop, vormden waarschijnlijk een ontmoetingsplek, waar groepen mensen uit omliggende gebieden elkaar ontmoetten, en daarbij edelmetaal achterlieten.”
Munten, muntfragmenten en sieraden
Verdeeld over 3 locaties zijn 94 munten en muntfragmenten, minstens 6 gouden en 2 zilveren sieraden, een deel van een gouden zwaardgreepversiering en 95 stukjes van een onbekend object (mogelijk een drinkhoornversiering of eventueel een helm- of kistbeslag) gevonden. De offerplaats is iets minder dan een eeuw in gebruik geweest, van de vroege tot de late 7e eeuw of het begin van de 8e eeuw na Chr. Het lijkt erop dat de kerstening van de Saksen door de Karolingische koningen een einde heeft gemaakt aan de ‘heidense’ plaats.
Vondst van nationaal belang
Sinds vijf jaar worden archeologische vondsten die (detector)amateurs vinden, verzameld door Portable Antiquities of the Netherlands (PAN), een website en organisatie die door de VU zijn opgezet. Archeologen van de RCE en van de VU hebben de opgraving uitgevoerd, met medewerking van Staatsbosbeheer en de provincie Overijssel. De vondsten van de detectorzoekers zijn verworven door het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) te Leiden. Het RMO geeft de vondsten in bruikleen aan Rijksmuseum Twenthe in Enschede, waar de vondsten te zien zullen zijn. Het RMO deed de aankoop voor de rijkscollectie om de vondst in het publieke domein te behouden, omdat het hier gaat om een vondst van nationaal belang.
Bijzondere samenwerking
VU-archeoloog Stijn Heeren: “Wat deze vondst bijzonder maakt, is dat in deze regio nog weinig bekend was uit die periode. Rijke vondsten uit de vroege middeleeuwen kenden we vooral uit Friesland en de regio rond Utrecht. Verder is het ook bijzonder dat dit onderzoek op gang is gebracht door een melding van amateurzoekers, dat is uitgemond in een mooie samenwerking tussen de zoekers en professionals van diverse instanties.”