De collectie onder de loep
Afstoting van objecten uit de rijkscollectie
Het Nederlands Openluchtmuseum is al langere tijd bezig met het afstoten van objecten uit de rijkscollectie. Registrator Bram Boerboom legt uit wat er in de loop van de jaren is veranderd in de afweging om af te stoten en hoe het museum hierin te werk gaat.
‘Eigenlijk is het afstoten van objecten al rond 1996 begonnen,’ vertelt Bram. ‘Gaandeweg zijn de inhoudelijke gronden, waarop je besluit om een object in de collectie op te nemen of af te stoten, veranderd. Vergeleken met vroeger wegen argumenten als gebruiksgeschiedenis, erfgoedwaarde en authenticiteit zwaarder om nog binnen een collectie te passen. Het Openluchtmuseum heeft bijvoorbeeld een belangrijke verzameling kleding uit de Nederlandse streekdracht. Hier zitten ook exemplaren tussen die in opdracht van het museum zijn gemaakt voor het gebruik in presentaties. Deze replica’s stoten we af, om de kleding die echt is gebruikt, te behouden. Daarnaast is de staat van veel objecten in de afgelopen honderd jaar verslechterd, onder andere door de complexe omgeving waarin ze zich bevinden; oude, niet-geïsoleerde boerderijen, waarvan de deuren de hele dag openstaan. Soms moeten we deze objecten total loss verklaren.’
Aandacht voor objecten die het waard zijn
Het Openluchtmuseum heeft ongeveer honderd gebouwen op het terrein en zo’n 154.000 voorwerpen in de roerende collectie, waaronder boerenwagens, meubels, streekdracht en speelgoed. Een deel daarvan is te zien in het museumpark, maar het overgrote deel wordt bewaard in het depot. ‘Elk voorwerp dat hier niet thuishoort, dat total loss of een replica is, stoten we af en maakt de collectie compacter en beter beheersbaar,’ meent Bram. ‘Dat betekent ook dat meer aandacht kan uitgaan naar objecten die het waard zijn. Afstoting is een kostbaar proces en soms moet je pragmatisch te werk gaan. Het waarderen en uiteindelijk afstoten van een SRV-wagen heeft meer prioriteit dan bijvoorbeeld een stapel prenten. Na grondig onderzoek besloten we deze wagen af te stoten, omdat hij incompleet, in slechte staat en niet meer representatief was. Het ruimtelijke aspect, dus depotvolumewinst, speelt ook een rol, maar is nooit de reden van afstoting.’
"Het ruimtelijke aspect, dus depotvolumewinst, speelt ook een rol, maar is nooit de reden van afstoting."
Een mooiere bestemming dan een kliko
In het collectiebeleidsplan van 2011 hebben de conservatoren van het Openluchtmuseum focuspunten benoemd, waardoor er een accentverschuiving binnen de collectie plaatsvindt. Er is beschreven welke deelcollecties voor gehele of gedeeltelijke afstoting in aanmerking komen en welke selectiecriteria het museum hanteert. ‘Het kostte veel tijd om een fatsoenlijk proces voor het waarderen van de collecties te ontwikkelen en dossiers op te bouwen,’ zegt Bram. ‘En om het afstotingsproces te begeleiden, is er in 2014 een functionaris aangesteld. Vanaf 2017 is ons systeem geperfectioneerd en verloopt de afstoting efficiënter. We kijken hierbij goed naar wat acceptabele bestemmingen zijn. We verkopen niks zelf, houden ook geen veilingen, maar hebben goede ervaringen met Stichting Onterfd Goed. Wanneer een voorwerp niet meer binnen onze collectie of die van andere musea past, dragen we dit soms over aan deze stichting. Zij zorgen voor een mooiere bestemming dan een kliko, waardoor objecten een nieuw leven kunnen krijgen buiten de museale wereld.’
Verhuizing naar CollectieCentrum Nederland
In de laatste vijf jaar is de afstoting door het Openluchtmuseum dus geïntensiveerd, ook vanwege de verhuizing van de collectie naar het depot van CollectieCentrum Nederland in Amersfoort. ‘Die geeft eveneens aanleiding om de collectie nader onder de loep te nemen, want wat we niet hoeven te verhuizen, is dan meegenomen. Beschermwaardige objecten kunnen bij een andere beheerder ook beter in de context passen, zoals een origineel torenuurwerk uit de hervormde kerk van Wadenoijen, dat weer is overgedragen aan de stichting die de kerk beheert.’
Waarde bepalen
Om de erfgoedwaarde van een object goed te kunnen bepalen, gebruikt het Openluchtmuseum de methode ‘Op de museale weegschaal’. ‘Hiermee beoordelen we de zeldzaamheid en de historische, artistieke en ensemble waarde. Soms zijn er inhoudelijke experts, verzamelaars of onderzoekers, betrokken bij het beschrijven en waarderen. Vervolgens besluiten we een object te behouden of bijvoorbeeld over te dragen aan een andere erfgoedinstelling. Af en toe leidt dit tot flinke, interne discussies. Het is ook geen eenvoudig proces en het zit niet altijd in de natuur van medewerkers om afscheid te nemen van spullen. En er is een bepaald afbreukrisico als je niet alle kennis in huis hebt. Zo is tijdens de Tweede Wereldoorlog een deel van ons registratiesysteem verloren gegaan. Door die ontbrekende informatie is het extra belangrijk om secuur te werk te gaan.’
Vervreemding van objecten uit de rijkscollectie verloopt uiteraard volgens de officiële kanalen. ‘Onze interne procedure is gebaseerd op de Leidraad Afstoting Museale Objecten van de Museumvereniging. Omdat het de rijkscollectie betreft, dienen we ook een verzoek in bij de minister, waarna de RCE dit voornemen in de Staatscourant plaatst. Als er in de zes daaropvolgende weken geen zienswijzen zijn ingediend, krijgen we de volmacht van de RCE om tot daadwerkelijke afstoting over te gaan.’
"Dit hele traject geeft honderd procent nieuwe inzichten en een beter beeld van de erfgoedwaarde."
Zorgvuldig en verantwoordelijk
‘Andere musea adviseer ik om alles goed vast te leggen, ook al vergt dit een aanzienlijke inspanning. Maak het herbestemmen, naast verwerven en beschrijven, onderdeel van het normale proces. Soms is de collectiestatus niet helemaal terecht, want wat vroeger hoog werd gewaardeerd, kan nu minder interessant zijn. En andersom kun je na waardebepaling besluiten een object juist op te nemen. Dit hele traject geeft honderd procent nieuwe inzichten en een beter beeld van de erfgoedwaarde. Boven alles zijn we transparant, zorgvuldig en voelen we ons verantwoordelijk voor alle objecten, die aan ons zijn toevertrouwd. Ze zijn immers van de hele bevolking van Nederland.’
Interview door Angelique Spaan