Isolatiematerialen
Er zijn veel verschillende isolatiematerialen op de markt verkrijgbaar. Hoe kun je hier als eigenaar of vakman een goede keuze uit maken? Hoe weet je wat de voor- en nadelen van een bepaald materiaal zijn en of ze voor (oudere) historische gebouwen geschikt zijn?
Keuze uit materialen
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verzamelt en ontwikkelt kennis om de keuze voor eigenaren en specialisten inzichtelijker te maken. Onlangs is de brochure Isolatie van historische gebouwen: technische achtergronden verschenen. Binnenkort verschijnt een tweede technische publicatie over dit onderwerp.
Een voorbeeld: dampopen of capillair actief?
Voor binnenisolatie bestaan zogenaamde ‘dampopen’ en ‘capillair actieve’ isolatiematerialen. Wat houden deze termen in? En wat is het verschil?
Capillair actieve materialen
Alle capillair actieve systemen zijn per definitie dampopen isolatiemethoden. Een voorbeeld is het materiaal calcium silicaat. Bij de toepassing hiervan, voornamelijk gebruikt voor het isoleren van muren, kan condensatie ontstaan tussen het isolatiemateriaal en het metselwerk. Dit materiaal blijkt goed in staat dat condenswater vast te houden en her te verdelen. En wanneer het binnen- en/of het buitenklimaat gunstig is, kan dit water weer verdampen. Dit vermindert dus de kans op risico’s zoals schimmels.
Dampopen isolatiemateriaal
Dampopen materialen zijn ook ademend, maar zijn veel minder in staat om condenswater vast te houden, laat staan her te verdelen. Ze gedragen zich dus heel anders. Bij deze materialen is daarom vaak een dampremmende laag nodig om schade te voorkomen. Een voorbeeld van dampopen isolatiemateriaal is minerale wol.