Transities in stedelijk gebied

De energietransitie is een belangrijke ruimtelijke opgave in het stedelijk gebied. Verduurzaming van wijken en opwekking en transport van nieuwe energie raken onherroepelijk ook monumentale panden en historische stads- en dorpskernen. Cultureel erfgoed kan kansen bieden om de transities zo in te passen dat Nederland en zijn ontstaansgeschiedenis herkenbaar blijven voor volgende generaties.

De gebouwde omgeving is al in transitie. Gebruik van aardgas wordt vervangen door duurzame warmte-alternatieven en panden worden beter geïsoleerd om energie te besparen. Er bestaan inmiddels veel initiatieven en programma’s die moeten leiden tot het loskoppelen van miljoenen woningen en andere gebouwen van het aardgasnet. Door meer (historisch) inzicht te bieden in de bestaande stedelijke gebieden waar deze ingrepen zijn gepland, kan cultureel erfgoed onderdeel worden van de gekozen gebiedsoplossing.

Energietransitie in historische centra

In historische centra van steden en dorpen is de energietransitie, en dan met name de warmtetransitie, een uitdagende opgave. De verduurzaming van monumenten, vooral die in historische centra, kent meer uitdagingen dan ‘regulier vastgoed’. Om gebouweigenaren te stimuleren eerst zo veel mogelijk hun warmtevraag te beperken zijn verschillende beleidsinstrumenten uitgebracht of in de maak, zoals de ISDE-subsidie van de RVO, duurzaamheidsloketten bij gemeenten en het Ontzorgingsprogramma Verduurzaming Monumenten. Om gemeenten met een historisch centrum te ondersteunen bij hun visievorming heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en methodiek voor de warmtetransitie in historische centra.

Lees meer over de warmtetransitie in historische centra

Luchtfoto van het historische centrum van Amersfoort, waarop onder andere de Sint-Joriskerk en de Onze Lieve Vrouwetoren goed zichtbaar zijn.
Beeld: ©Siebe Swart
Het historische centrum van Amersfoort

Wijken met bijzondere erfgoedwaarden aardgasvrij

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat gemeenten ervoor gaan zorgen dat woningen en andere gebouwen van het aardgas afgehaald worden. Er is nog geen standaardoplossing voor de beste aanpak hiervan. Daarom is het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) gestart met het Programma Aardgasvrije Wijken. De RCE heeft een drietal van deze wijken met bijzondere erfgoedwaarden geselecteerd. Het gaat om:

  1. Noordoostpolder: nationaal wederopbouwgebied Nagele (naoorlogs erfgoed)
  2. Amsterdam: beschermd stadsgezicht van der Pekbuurt (ring ‘20-‘40)
  3. Loppersum: beschermd dorpsgezicht Loppersum, ’t Zand en beschermd dorpsgezicht Westeremden (eeuwenoude dorpen)

Voor deze wijken is de verwachting dat de aardgasvrije opgave complexer en duurder zal zijn dan gemiddeld. De gevolgen van aardgasvrij maken voor cultureel erfgoed zijn uiteenlopend. Denk hierbij aan technische, fysieke en visuele ingrepen per gebouw, zowel intern als extern. Op wijkniveau gaat het bijvoorbeeld om collectieve voorzieningen voor alternatieve energiebronnen (zon & waterstof) en de opslag daarvan in accu’s en batterijen. Juist omdat de opgave in erfgoedgebieden complexer is, heeft de RCE de drie betreffende gemeenten (financiële) steun gegeven. Bovendien kunnen lessen worden geleerd uit de praktijkaanpak van de aardgasvrije wijken en de rol die erfgoed daarin heeft. Zo is het project in Nagele een goed voorbeeld voor rijwoningen met platte daken die als huurwoningen één eigenaar hebben en die zich bevinden in een gebied met veel openbaar groen.