Fronik Buurtboerderij – een historische hoeve als ontmoetingsplek
Aan de rand van Zaandam staat de Fronik Buurtboerderij, een historische hoeve met van oudsher een belangrijke wijkfunctie. Al decennialang spelen er kinderen uit de buurt en helpen buren op en om het erf. Toen de laatste boer vertrok, wilden de buurtbewoners de functie en sfeer voorzetten. Dat ging niet zonder slag of stoot, maar het lukte. De Fronik Buurtboerderij is nog altijd een ontmoetingsplek voor buren, Zaandammers, jongeren met autisme die in de woningen op het erf verblijven en mensen van buiten de stad.
Van agrarisch bedrijf naar ontmoetingsplek
De boerderij werd tussen 1882 en 1894 gebouwd aan de Westzanerdijk in Zaandam. In 1914 kwam de oudst bekende bewoner – Piet Fronik – hier wonen. Zijn zoon Kobus nam het stokje van hem over. Buurtbewoners hielpen hem op en om de boerderij en kinderen uit de buurt speelden vaak op het erf. Geleidelijk veranderde het agrarische bedrijf in een ontmoetingsplek. Toen Kobus rond het jaar 2000 naar een verpleegtehuis ging, bleef de buurt zich bekommeren om de boerderij. Na zijn overlijden hield de gemeente Zaandam zich niet meer op de vlakte. Door de tijd heen zijn er verschillende plannen voor herbestemming en sloop geweest, maar buurtbewoners hebben zich hier steeds tegen verzet. Met succes, want de plannen werden afgeblazen. Met de boerderij werd door de gemeente verder alleen niets gedaan.
"Ze kwamen uit alle hoeken en gaten, en boden aan de dieren te verzorgen en te timmeren."
Om te voorkomen dat de boerderij in verval zou raken, staken de buren de handen uit de mouwen om hun ontmoetingsplek te onderhouden. De buurvrouw zorgde voor de dieren, de buurman voor het onderhoud. Ze organiseerden ook activiteiten, zoals kerstvieringen en buurtbarbecues. Zo werd de boerderij nog meer een plek waar buurtbewoners bij elkaar kwamen. Voor een praatje, maar ook om mee te helpen. “Ze kwamen uit alle hoeken en gaten, en boden aan de dieren te verzorgen en te timmeren”, vertelt de buurvrouw over het enthousiasme.
Iedereen helpt mee aan behoud
De gemeenteraad had vervolgens de wens om de boerderij tot monument te maken, als strategie om sloop te voorkomen. Maar de buurt was bang dat een monumentale status de grote sociale functie zou belemmeren. Door intensief met elkaar in gesprek te gaan en samen te werken, ontstond een woon- en zorgplan voor de boerderij. De buurtbewoners zorgden voor de herbouw van de schuren en dit jaar knappen ze het interne museum over de geschiedenis van de boerderij op. Stadsherstel Amsterdam kocht het boerderijcomplex aan en zorgde voor de restauratie van de hooihuisboerderij, inclusief de bouw van negen woningen.
Op de boerderij krijgen jongvolwassenen met autisme, begeleid door De Heeren van Zorg, de kans om zelfstandig te wonen. Door de verzorging van de dieren komen ze in contact met buurtbewoners. Ook buren ontmoeten elkaar, bijvoorbeeld in het boerderijwinkeltje. En regelmatig worden er dagjes uit voor ouderen georganiseerd naar de hoeve. Zo is de Fronik Buurtboerderij voor iedereen een blijvende ontmoetingsplek geworden.
Waarom past de Fronik Buurtboerderij bij het Verdrag van Faro?
Het Verdrag van Faro benadrukt dat iedereen mag deelnemen en betekenis kan geven aan erfgoed. De sociale meerwaarde van de Fronik Buurtboerderij speelt een belangrijke rol bij de plek ervan in de maatschappij. Van de levendige geschiedenis en de verhalen over de hoeve tot de kinderen die er al decennialang spelen en de wijk eromheen. De Fronik Buurtboerderij verbindt. Oud en jong ontmoeten elkaar, net als jongvolwassenen met autisme en bewoners van verschillende wijken. Door de samenwerking met Stadsherstel blijft naast de boerderij als sociale functie ook de boerderij als monument bewaard.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Faro
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet projecten en initiatieven als de Fronik Buurtboerderij als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.