Namen en Nummers - verdwenen Joodse buurtgenoten zichtbaar maken
In de Amsterdamse Oosterparkbuurt is in de afgelopen jaren een nieuw herdenkingsritueel ontstaan. Initiatiefnemer Ida van der Lee organiseert daar samen met buurtbewoners Namen en Nummers. In dit project krijgen Joodse Amsterdammers die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd via een naambordje symbolisch hun plaats in de buurt terug.
Hoe dit project is gestart
Meer dan twintig jaar woonde Ida van der Lee in de Amsterdamse buurt Oosterpark, toen ze erachter kwam hoeveel Joodse Amsterdammers daar tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn verdwenen. Uit de Oosterparkbuurt werden meer dan 2.800 Joodse buurtbewoners weggevoerd naar concentratiekampen. Als beeldend kunstenaar die met rituelen werkt, begon Van der Lee na te denken over een manier om deze Holocaustslachtoffers samen met de buurt te herdenken.
"In mijn buurt hebben zoveel mensen gewoond, van wie we de kinderen nooit hebben kunnen leren kennen", zegt Van der Lee. "Mijn doel is om mensen zich bewust te laten worden van de geschiedenis van hun buurt en van wat zich daar heeft afgespeeld." De eerste kans daarvoor kwam in 2012, met een laagdrempelige subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst. Van der Lee organiseerde Namen en Nummers met een stagiair en een aantal vrijwilligers op een plein in haar buurt.
"Mijn doel is om mensen zich bewust te laten worden van de geschiedenis van hun buurt en van wat zich daar heeft afgespeeld"
Iedereen die aan de herdenking meedoet, kiest in het archief de naam van een verdwenen Joodse buurtbewoner en maakt aan een van de werktafels een naambordje voor die persoon. Vervolgens loopt diegene onder begeleiding van een vrijwilliger langs het spoor. Bij de plattegrond aangekomen, zegt degene die herdenkt de naam van de verdwenen buurtbewoner - de naam van een overledene blijven noemen is belangrijk in de Joodse cultuur - gevolgd door: "Ik herdenk je", "Ik breng je terug naar huis" of "We hadden je nooit mogen laten gaan". Dan luidt er een belletje en legt hij of zij het naambordje neer op de juiste plaats.
[De tekst gaat verder onder de foto's]
"De sfeer op het plein is heel sereen op dat moment", vertelt Van der Lee. "Het is een intense, emotionele ervaring voor de mensen die aan de herdenking deelnemen. Ze zijn diep geraakt. Er wordt niet of nauwelijks gepraat." Ook vertelt zij dat vanuit haar achtergrond als beeldend kunstenaar de vorm van de herdenking en het ritueel heel belangrijk zijn. "De tachtig verhalenslingers - gemaakt van aan elkaar geregen proppen papier - hangen bijvoorbeeld als lianen uit de bomen en wiegen zachtjes in de wind. Ze staan voor de nooit vertelde verhalen en de weggegooide levens. Dat zijn sterke beelden die het ritueel ondersteunen," licht Van der Lee toe.
Toekomst van Namen en Nummers
In 2020 is Namen en Nummers voltooid en eenmalig uitgeweken naar het forteiland Pampus in het IJmeer bij Muiden, vanwege de coronamaatregelen die nodig waren. "In 2021 gaan we het voltooide Stratenmonument alsnog uitleggen op het Kastanjeplein", zegt Van der Lee. Zij spant zich ook in om het herdenkingsritueel in enige vorm te laten voortbestaan in de Oosterparkbuurt.
Daarnaast onderzoekt zij de mogelijkheden om Namen en Nummers een landelijk vervolg te geven. Met behulp van een website zouden Nederlanders thuis naambordjes kunnen maken voor alle 104.000 Nederlandse Holocaustslachtoffers. Op deze manier kan het herdenken van alle Joodse oorlogsslachtoffers in Nederland mogelijk dieper in het nationale bewustzijn worden verankerd.
[De tekst gaat verder onder de foto]
Waarom past Namen en Nummers bij het Verdrag van Faro?
Namen en Nummers is een project dat het collectieve geheugen van een buurt verrijkt, door een belangrijk onderdeel uit de buurtgeschiedenis zichtbaar en voelbaar te maken. Dit gebeurt in de vorm van een speciaal daarvoor ontworpen ritueel, dat zijn kracht ontleent aan de gemeenschappelijke ervaring die het buurtbewoners biedt. Namen en Nummers geeft buurtbewoners de kans een onderdeel van hun buurtgeschiedenis gezamenlijk te beleven en brengt het schokkende feit van de Jodenvervolging op een intense manier onder de aandacht.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Faro
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ziet projecten en initiatieven als Namen en Nummers als voorbeeld van de Faro-werkwijze. Het Verdrag van Faro stelt niet het erfgoed maar de mens centraal en draagt als titel 'de waarde van erfgoed voor de samenleving'. De RCE is van mening dat participatie en initiatieven uit de samenleving een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk moeten zijn.