Archeologie voor vrijwilligers en de Erfgoedwet

Het archeologisch erfgoed is een rijke bron van kennis over ons verleden. Om dit erfgoed te beschermen, is het archeologiebeleid erop gericht het bodemarchief in situ te behouden. Dit beleid geldt ook voor vrijwillige archeologen.

Verenigingen van vrijwillige archeologen

In de Erfgoedwet staan de voorwaarden waaronder het is toegestaan om op te graven zonder certificaat. Verenigingen van vrijwillige archeologen mogen zelfstandig opgraven op locaties waar de gemeente heeft vastgesteld dat de archeologie niet behoudenswaardig is. Ook is toestemming van de eigenaar van het terrein noodzakelijk en is een aantal andere voorwaarden aan de vrijstelling verbonden.

Verenigingen van vrijwillige archeologen moeten de start van een opgraving melden bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de vondsten overdragen aan het archeologisch depot van de provincie of gemeente en rapporteren over hun bevindingen aan de Rijksdienst. Onderzoek door vrijwillige archeologen mag geen alternatief zijn voor professioneel onderzoek.

Schematische weergave van uitzonderingen op de certificeringsplicht en het nieuwe certificeringsstelsel
Beeld: RCE
Voor verenigingen van vrijwillige archeologen (een gezamenlijke inspanning), detector amateurs (waardevolle bijdrage) en universiteiten en hogescholen (zijn al geaccrediteerd en de kwaliteit wordt uitvoerig getoetst) een uitzondering gemaakt op het certificeringsplicht.

Metaaldetectie

Wanneer een detectoramateur een vondst uit de grond haalt is dat een opgraving. Ook voor dit type opgraving is een uitzondering in de Erfgoedwet opgenomen. Dit is gedaan omdat de detectoramateurs een waardevolle bijdrage leveren aan de ontwikkeling van archeologische kennis.

Bodemverstoring van de bovenste dertig centimeter van de bodem, de zogenaamde bouwvoor, is toegestaan. Op deze regel geldt een aantal uitzonderingen, bijvoorbeeld dat metaaldetectie niet is toegestaan op een archeologisch gemeentelijk, provinciaal of rijksmonument. Deze uitzondering geldt ook voor vereniging van vrijwillige archeologen.

Vrijwillige maritieme archeologen

De Erfgoedwet maakt duidelijk dat het niet is toegestaan om onderdelen van historische scheepswrakken of andere archeologische vindplaatsen onder water op te duiken of te verplaatsen.

Schematische weergave: wat mag wel en wat mag niet in de Maritieme Archeologie
Beeld: RCE
Het verwijderen of verplaatsen van cultureel erfgoed dat zich op de waterbodem bevindt is een opgraving, waar een certificaat voor verplicht is.

Universiteiten en hogescholen

Behalve voor vrijwilligers en detectoramateurs bestaat ook voor universiteiten en hogescholen een uitzondering op de certificeringsplicht. Voorwaarde voor deze uitzondering is dat het gaat om archeologisch onderzoek binnen het onderwijsprogramma. Het archeologisch onderzoek mag geen commercieel karakter hebben.

13 Provinciën project

In aanloop naar de aanpassing van de Erfgoedwet, waardoor de mogelijkheden voor vrijwilligers om onderzoek te doen in de toekomst uitgebreid worden, wil de RCE maritiem onderzoek stimuleren. Daarom is het project ’13 Provinciën’ in het leven geroepen. Ook wil de RCE met dit project  burgerinitiatief en -participatie stimuleren en tot een vanzelfsprekend onderdeel van de erfgoedpraktijk maken. Door vrijwilligers en studenten onderzoek te laten uitvoeren over een zelfgekozen onderwerp ontstaat kennisuitwisseling die inspiratie kan bieden en waar iedereen van kan leren. Vrijwilligers en studenten kunnen zich jaarlijks aanmelden voor het '13 Provinciën' project.