Ontheffing certificeringsplicht waterbodems
Op 1 april 2024 treedt het Wijzigingsbesluit Erfgoedwet archeologie in werking. Voor vrijwilligersorganisaties in de maritieme archeologie is nu een uitzondering op de certificeringsplicht mogelijk door een ontheffing aan te vragen.
In de Erfgoedwet is opgenomen dat het verboden is om zonder certificaat onderdelen van historische scheepswrakken of andere archeologische vindplaatsen van de waterbodem op te duiken of te verplaatsen. Voor vrijwilligersorganisaties in de maritieme archeologie is een uitzondering op de certificeringsplicht mogelijk door een ontheffing aan te vragen, zodat men kan bijdragen aan de archeologische monumentenzorg. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) behandelt de ontheffingsaanvraag.
De ontheffing in het kort
De belangrijkste informatie over de ontheffing is in deze infographic (Pdf) samengevat.
Wat is (archeologisch) erfgoed?
Ons cultureel erfgoed bestaat uit het verleden geërfde materiële en immateriële bronnen, die in de loop van de tijd tot stand zijn gebracht door de mens of ontstaan zijn uit de wisselwerking tussen mens en omgeving. Onafhankelijk van het bezit ervan, identificeren wij het cultureel erfgoed als een weerspiegeling en uitdrukking van zich voortdurend ontwikkelende waarden, overtuigingen, kennis en tradities, en die aan ons en toekomstige generaties een referentiekader bieden;
Erfgoed is van en voor ons allemaal. Het is daarmee een gezamenlijke zorg en een gedeelde verantwoordelijkheid.
Archeologie gaat over sporen en resten van menselijke aanwezigheid vanaf ca. 300.000 jaar geleden in de bodem en onder water. Deze zichtbare en onzichtbare resten vertellen ons veel over hoe mensen vroeger leefden en werkten. Onze bodem is daarom een archief waar we zorgvuldig mee willen omgaan en waar mogelijk bewaren.
Maritiem erfgoed is al het erfgoed dat een relatie heeft met water. Zowel onder water als op het land. Dit erfgoed bestaat niet alleen uit scheepswrakken, maar ook uit havens, kades, bruggen, waterwegen en zelfs pakhuizen. Daarnaast worden complete verdronken landschappen met prehistorische resten of bijvoorbeeld middeleeuwse nederzettingen onder water aangetroffen. Deze vondsten zijn vaak uiterst goed geconserveerd.
De ontheffing heeft alleen betrekking op het archeologisch erfgoed dat zich onder water bevindt, met andere woorden het onderwater erfgoed.
Werkzaamheden onder ontheffing
De ontheffing kan worden aangevraagd voor bodemverstorend onderzoek naar archeologisch erfgoed op de waterbodem. Hieronder verstaan we zowel onderzoek naar vindplaatsen van scheepswrakken maar ook verdronken dorpen en sporen behorend bij havens, kades, bruggen, infrastructuur. Daarnaast heeft het ook betrekking op vindplaatsen die tijdelijk onder water liggen. Denk daarbij aan de wrakken of vindplaatsen die (tijdelijk) droog komen te liggen met eb en vloed, lage waterstanden of zuidwester stormen.
Ontheffingsplichtige werkzaamheden
De ontheffing kan betrekking hebben op:
- Het meenemen van voorwerpen die acuut worden bedreigd; onder acuut bedreigd verstaan we losse vondsten die bijvoorbeeld door stroming dreigen weg te spoelen. Dit gaat om kleine lichte vondsten of vondsten bestaande uit kwetsbaar materiaal.
- Het meenemen van enkele voorwerpen die dienen ter identificatie; met voorwerpen ter identificatie verstaan we vondsten waar specifieke kenmerken op staan die mogelijk tot identificatie van de vindplaats kunnen leiden. Vondsten ter identificatie zijn losse vondsten waarvan het specifieke kenmerk ook niet door middel van foto of video vastgelegd kan worden.
- Het verrichten van specifieke kleinere onderzoekhandelingen op een locatie; onder kleine onderzoekhandelingen verstaan we het nemen van houtmonsters voor dendrochronologisch onderzoek. Ook onderzoekshandelingen die betrekking hebben op het beperkt vrijleggen van een scheepsconstructie zonder intacte archeologische lagen te verstoren, ten behoeve van de documentatie, vallen hieronder.
Zowel bij kwetsbare vondsten als vondsten ter identificatie gaat het om kleine voorwerpen (denk aan handgrote) en beperkte aantallen (max. 10). Het meenemen van grote objecten, zoals kanonnen, draaibassen, kisten en/ of ankers, kunnen uiteindelijke meer schade aanrichten en vallen dus niet onder deze uitzondering.
Onderzoekshandelingen die betrekking hebben op het beperkt vrijleggen van de scheepsconstructie zijn alleen toegestaan indien dit de documentatie vergemakkelijkt. Hierbij moet gedacht worden aan het schoonmaken van uit de bodem stekende scheepsconstructie, bijvoorbeeld het verwijderen van aangroei zoals schelpen. Het nemen van dendro-monsters mag van uitstekende delen of los liggend scheepshout. De integriteit van de vindplaats mag hierbij niet worden aangetast. Dit betekent dat er geen (grote stukken) scheepshout uit de bodem gehaald mogen worden die nog in verband liggen of dat scheepsconstructie volledig wordt vrijgelegd.
Ontheffingsvrij
Indien geen bodemverstorende werkzaamheden uitgevoerd worden of vondsten van of uit de waterbodem worden meegenomen is het aanvragen van een ontheffing niet noodzakelijk. Het uitvoeren van recreatieve duiken is dus altijd mogelijk. Ook het uitvoeren van geofysische onderzoek kan zonder ontheffing. Indien er een verwachting is dat er vondsten aangetroffen gaan worden die dreigen te verspoelen of mogelijk voor indicatie kunnen dienen is het verstandig op voorhand een ontheffing aan te vragen. Een ontheffing kan namelijk niet met terugwerkende kracht worden verstrekt.
Uitzonderingen
Voor de ontheffing gelden ook enkele uitzonderingen. Dit zijn:
- De ontheffing kan geen betrekking hebben op (voorbeschermde) rijks- provinciale of gemeentelijke monumenten;
- Ook oorlogsschepen waarvan de vlagstaat bekend is vallen buiten de ontheffing, tenzij er expliciete toestemming is van de vlagstaat;
- Van oorlogsschepen waarvan de vlagstaat onbekend is moet eerst worden geprobeerd de vindplaats te identificeren, zonder het wrak te beroeren. Het meenemen van een voorwerp ter identificatie is alleen toegestaan na expliciete toestemming van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Dit valt dus niet standaard onder de ontheffing. Wanneer deze situatie zich voordoet moet hier apart toestemming voor worden gevraagd bij de minister van OCW. Dit kan via de RCE.
Verplichtingen
Voor de uitvoering van de werkzaamheden waarvoor een ontheffing is verkregen dient de ontheffinghouder zich aan enkele verplichtingen te houden:
- Bij de uitvoering van het project werkt men volgens de richtlijnen van de Basiscursus Maritieme Archeologie;
- Het melden, rapporteren, documenteren en conserveren van vondsten is verplicht;
- Meegenomen voorwerpen blijven eigendom van de eigenaar (depot, land, bedrijf etc.), maar kunnen in bruikleen worden gegeven, bijvoorbeeld bij de vinder, mits de vondsten zijn gemeld en de eigenaar daarmee instemt;
- Voorafgaand aan elke (aaneengesloten) duikactiviteit, zowel op de Noordzee als in de binnenwateren, wordt een melding gedaan bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en de RCE door middel van een melding onderzoeksactiviteit met een verwijzing naar de desbetreffende ontheffing. Dit kan heel gemakkelijk door een mail te sturen naar vaarplan@inspectie-oe.nl én naar maritiem@cultureelerfgoed.nl;
- Uiteraard moeten alle reguliere voorschriften die betrekking hebben op de gang van zaken op en onder water, bijvoorbeeld m.b.t. het duiken in vaargeulen, worden nageleefd;
- Archeologische vondsten worden binnen twee weken na het opgraven gemeld middels een vondstmelding. Dit kan zowel via Portable Antiquities of the Netherlands (PAN) of bij de RCE. Indien gemeld wordt in PAN dient de melder de RCE hiervan op de hoogte te stellen middels een e-mail naar maritiem@cultureelerfgoed.nl;
- Binnen twee jaar naar na afloop van de doorlooptijd van de ontheffing dient een eindrapportage opgeleverd te worden waarin alle onderzoeksresultaten zijn omschreven en de vondsten te zijn overgedragen aan de rechtmatige eigenaar;
- Vrijwilligers dienen de vondsten zodanig aan te leveren dat degradatie zoveel mogelijk wordt voorkomen en een goede conservering mogelijk is. De omgang met vondsten en eventuele financiën hiervoor dienen opgenomen te worden in het projectplan.
Rapportageplicht
De rapportage moet binnen twee jaar na afloop van de doorlooptijd van de ontheffing bij de RCE zijn ingediend. Dit is een wettelijk verplichting. Indien niet aan de rapportageplicht wordt voldaan stelt de RCE de vereniging in gebreke en kan dit er toe leiden dat er geen nieuwe ontheffingen kunnen worden aangevraagd.
Voor het opstellen van de rapportage kan het rapportage template worden gebruikt.
Voorwaarden voor het aanvragen van een ontheffing
Voor wie
Voor het verkrijgen van een ontheffing moet een aanvraag worden ingediend. De aanvrager is een vereniging die:
- als statutair doel het behouden en beoefenen van archeologie heeft;
- een gedragscode kent waarin ten minste is opgenomen dat leden zich zullen houden aan wet –en regelgeving; en waarin ook wordt ingegaan op hoe ethisch juist te handelen, bijvoorbeeld ten aanzien van oorlogsgraven of illegale handel;
- interne sancties verbindt aan het schenden van de gedragscode.
In de aanvraag wordt duidelijk aangegeven welke leden van de vereniging in het veld verantwoordelijk zijn en wie als projectcoördinator optreedt. Daarnaast moet uit de aanvraag ook blijken dat de in het veld verantwoordelijke leden van de vereniging voldoende zijn opgeleid met oog op de voorgenomen activiteiten, middels het opgeven van het certificaatnummer Basiscursus Maritieme Archeologie.
Het projectplan
Voor het aanvragen van een ontheffing is een uitgebreid projectplan noodzakelijk. Het projectplan bevat in ieder geval:
- de aard en duur, en indien van toepassing de financiering, van de activiteiten, waaronder de gebruikte hulpmiddelen;
- wanneer de activiteiten worden verricht;
- het gebied waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd;
- welk lid van de vereniging de projectleider is;
- het opleidingsniveau van de projectleider, dat tenminste een equivalent is van de Basiscursus Maritieme Archeologie; en
- een overzicht van de leden van de vereniging die deelnemen aan de verstorende activiteiten, inclusief hun verantwoordelijkheden bij het project en hun archeologische opleiding;
- indien van toepassing, de wijze van samenwerking met musea en wetenschappelijke instellingen.
Voor het opstellen van het projectplan kan het projectplan template worden gebruikt.
Locatie
De ontheffing heeft betrekking op de binnenwateren, de territoriale zee en de aansluitende zone (t/m 24 mijl).
De omvang van het gebied waarvoor de ontheffing geldt, is afhankelijk van het ingediende projectplan en de aard van de daarin beschreven activiteiten. Als voorbeeld voor de omvang van een gebied kunnen de vaknummers volgens de blokindeling van het Continentale Plat aangehouden worden.
De ontheffing heeft geen betrekking op Caribisch Nederland omdat de Erfgoedwet daar geen werking heeft.
Duur
De duur van de ontheffing is maximaal één jaar.
Ontheffing aanvragen
Hoe werkt de aanvraag?
U vraagt de ontheffing aan via het aanvraagformulier. Raadpleeg vooraf de checklist hieronder. Hierin staat wat u nodig heeft om een aanvraag te kunnen doen.
Wat heeft u nodig voor uw aanvraag?
- een projectplan;
- de gedragscode van de vereniging;
- de interne sancties die zijn verbonden aan het schenden van de gedragscode.
Aanvraag ingediend
In behandeling
Nadat u uw aanvraag hebt ingediend, ontvangt u in een e-mail een bevestiging en een ontheffingsnummer. De RCE controleert of uw ontheffingsaanvraag compleet is ingediend en voorzien is van alle noodzakelijke gegevens, de zogenaamde volledigheidstoets.
De doorlooptijd voor het beoordelen van een aanvraag is maximaal 8 weken.
Verzoek tot aanvulling ontvangen?
Heeft u een brief ontvangen met de vraag om aanvullende informatie? Dan leest u in deze brief hoe u de aanvullende stukken kunt toesturen. De doorlooptijd voor het beoordelen van de aanvraag wordt dan ook stopgezet. Zodra de aanvullende informatie bij ons binnen is, wordt uw aanvraag verder in behandeling genomen en begint de doorlooptijd weer te lopen.
Aanvraag corrigeren
Heeft u al een aanvraag ingestuurd, maar heeft u een fout gemaakt of bent u iets vergeten? Dien dan een volledig nieuwe aanvraag in via het aanvraagformulier op onze website. Uw eerste aanvraag wordt ingetrokken.
Beschikking
Binnen 8 weken ontvangt u een beschikking op uw aanvraag. In de beschikking staat welk besluit de RCE genomen heeft op het wel of niet verlenen van de ontheffing.
Toelichting op de mogelijke besluiten:
- Aanvraag toegewezen - Heeft u bericht gekregen dat uw aanvraag is toegewezen dan is de ontheffing direct vastgesteld door de RCE. U ontvangt een bericht met daarin het ontheffingsnummer en het Archis onderzoeksnummer.
- Aanvraag afgewezen - De RCE wijst aanvragen af die niet aan de voorwaarden voldoen.
Afwijzing van de ontheffing
De aanvraag kan afgewezen worden indien:
- het projectplan onvoldoende concreet is;
- niet aannemelijk is gemaakt dat de activiteiten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat de verstoring van cultureel erfgoed onderwater zo beperkt mogelijk blijft;
- met een eerdere ontheffing in strijd is gehandeld met de voorschriften in het belang van het behoud van cultureel erfgoed onderwater;
- professioneel onderzoek door certificaathouders voorzien zijn op desbetreffende onderzoekslocatie;
- als een externe partij (bijv. gemeente, provincie of Rijkswaterstaat) inhoudelijke bezwaren heeft; of
- als vanuit een externe partij een vergunning vereist is maar deze vergunning niet heeft verleend.
Bezwaar
Mocht u bezwaar hebben tegen de beschikking dan kunt u binnen 6 weken na de dag waarop dit besluit u is toegezonden, een bezwaarschrift indienen. U dient daartoe een bezwaarschrift in bij de minister van OCW, onder vermelding van 'Bezwaar', ter attentie van DUO, Postbus 30205, 2500 GE in Den Haag.
Meer informatie over het maken van bezwaar vindt u op de website van DUO.
Wijzigen of intrekken ontheffing
Wijziging van de ontheffing
De ontheffing kan worden gewijzigd als gewijzigde omstandigheden of nieuwe informatie daartoe aanleiding geven. Bijvoorbeeld als blijkt dat er in het onderzoeksgebied een oorlogswrak ligt dat we niet wisten, dan kan de ontheffing zo gewijzigd worden dat de vindplaats van het wrak buiten de ontheffing valt.
Intrekking van de ontheffing
De ontheffing kan worden ingetrokken als:
- de ontheffinghouder in afwijking van de ontheffing handelingen verricht waarop het opgravingsverbod van de Erfgoedwet, van toepassing is,
- de ontheffinghouder niet voldoet aan de aan de ontheffing verbonden verplichtingen,
- de ontheffinghouder onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot weigering van de aanvraag om ontheffing zou hebben geleid,
- de ontheffing anderszins onjuist was en de ontheffinghouder dit wist of behoorde te weten, of
- de ontheffinghouder anderszins in strijd met het bij of krachtens de Erfgoedwet bepaalde handelt.
Juridische grondslag
De volgende bronnen vormen de juridische basis voor de beoordeling van de ontheffingsaanvragen en toewijzingen.
Overzicht bronnen
- Het Besluit Erfgoedwet archeologie is op 24 maart 2024 gepubliceerd in het Staatsblad 2024, nr. 47.
- De officiële artikelen van het Besluit zijn online te vinden. Hierbij betreft artikel 2.5 de uitzonderingsregel op het opgravingsverbod voor Verenigingen voor vrijwilligers in de onderwaterarcheologie. Hierbij staat ook omschreven op welke handelingen de ontheffing van toepassing is.
- Tegelijk met het Besluit treedt ook de Regeling Erfgoedwet archeologie in werking. In deze ministeriële regeling zijn nadere regels opgenomen met betrekking tot de bovengenoemde ontheffing voor vrijwilligers in de onderwaterarcheologie. Op basis van de Regeling worden de ontheffingsaanvragen beoordeeld.