De Eerste Maasvlakte

In de jaren vijftig ontwikkelde de Werkgroep Ontwikkeling Rijnmondhavens plannen voor de uitbreiding van de Rotterdamse haven. Dit was hard nodig vanwege de steeds groter wordende vrachtschepen. Het was niet alleen inefficiënt, maar ook gevaarlijk om met zulke grote schepen de rivier op te varen. In 1961 besloot de overheid om de monding van de Maas te ontwikkelen tot havengebied. Deze plannen sloten aan bij de eerdere ontwikkelingen van het Botlek-Europoortgebied. In 1970 werd een begin gemaakt met de aanleg van de terreinen. Dit gebeurde voor het eerst op grote schaal door opspuiting. Zo kwam het terrein van ongeveer 2700 hectare tot vijf meter boven zeeniveau te liggen. Op de nieuwe Maasvlakte werd de groei van de Nederlandse economie en de havenbedrijvigheid zichtbaar. In 1972 stond het nieuwe havengebied vol met grote olieopslagplaatsen, containeroverslagbedrijven en de grootste elektrische centrale van het land. Nederland zette zich op de kaart als distributieland en speler in de wereldeconomie. Maar de industriële schaalvergroting had ook een keerzijde in de vorm van lucht-, water- en bodemvervuiling. Door aandacht te vragen voor de negatieve gevolgen van de groei, slaagden protestgroepen erin om de vestiging van een hoogovenbedrijf op de Maasvlakte tegen te houden.

Dit object hoort bij de verhaallijn Groei.