Groei

In de jaren zestig opent zich een nieuwe wereld. De groei van de bevolking en de economie zorgt voor een ongekende bouwproductie, schaalvergroting, mondialisering, toenemende mobiliteit en technische innovaties; the sky is the limit. Tegelijkertijd wordt dit ongebreidelde geloof in de toekomst getemperd door de economische crisis en het besef dat de groei niet onbegrensd kan zijn willen we onze aarde leefbaar houden.

Meer en groter

De periode 1965-1990 is er een van grenzeloze groei: alles moet meer, groter, sneller en verder. Sinds 1850 is de bevolking jaarlijks gemiddeld met 1 procent toegenomen, met een uitschieter van 2,56 procent in 1946 – het hoogtepunt van de naoorlogse babyboom. Tot eind jaren zestig blijft het aantal geboorten hoog, in de jaren zeventig zakt dit door de introductie van de anticonceptiepil terug tot het vooroorlogse niveau. Al met al neemt het aantal inwoners van ons land in de jaren 1965-1990 met ruim 2,5 miljoen toe. Door een daling van het gemiddeld aantal personen per huishouden neemt ook het aantal huishoudens flink toe. Dit alles vraagt om meer en grotere voorzieningen voor steeds meer wonende, werkende, lerende, recreërende en zich verplaatsende mensen.

De uitdijende verzorgingsstaat leidt tot een sterke groei van de dienstensector. In bijna alle economische sectoren leiden technische ontwikkelingen en verkorting van de werkweek tot een vergaande rationalisering, schaalvergroting en efficiencyverhoging. Universiteiten en ziekenbuizen breiden uit en de haven van Rotterdam groeit uit tot de grootste ter wereld. Er is zoveel werkgelegenheid dat we arbeidskracht uit Zuid-Europa, Marokko en Turkije naar Nederland halen om onze welvaart op peil te houden. Tegelijk leidt de mechanisering tot een daling van de werkgelegenheid in de landbouw en de industrie, zoals bij de textielindustrie in het Oosten van het land en de mijnbouwindustrie in het zuiden.

Bouwwerkzaamheden op de snelweg.
Beeld: ©Wikimedia Commons / Ramon Vasconcellos, CC BY-SA 3.0
Bouw Prins Clausplein, A4 richting Rotterdam.

Bouwproductie

In combinatie met de toegenomen welvaart heeft dit verregaande gevolgen voor de inrichting en aanblik van ons land. We zien een hausse in de bouw van woningen, scholen, kantoren, bedrijven, overheidsgebouwen, verkeersvoorzieningen, cultuurcentra et cetera. Aan de rand van universiteitssteden worden voor het wetenschappelijk onderwijs grote bouwprogramma’s uitgevoerd. Op veel plaatsen verrijzen kantoorgebouwen die zich in afmetingen en vormentaal weinig aantrekken van hun kleinschalige stedelijke omgeving. De loonexplosie medio jaren zestig doet de consumptie en het geloof in de onbegrensde mogelijkheden van de toekomst toenemen. Mede door de ‘massamotorisatie’ raken binnensteden verstopt, wijken bedrijven, instellingen en scholen uit naar de periferie en moet de infrastructuur worden uitgebreid. Het toenemend autogebruik bevordert de bouw van grote aantallen woningen in groene en ruim opgezette overloopgebieden in de buurt van de grote steden, zoals de ‘groeikernen’ Almere, Purmerend, Zoetermeer, Houten en Nieuwegein.

Beeld: ©Wikimedia Commons / Pymouss, CC BY-SA 4.0
Luchtfoto van de Maasvlakte.

Schaalvergroting

In alle geledingen van de maatschappij treedt schaalvergroting op. Het streven naar grotere opbrengsten en lagere kosten leidt tot verdere mechanisatie, specialisatie, intensivering en productie op grotere schaal. Behalve de industrie is na de oorlog ook de landbouwsector weer snel opgebouwd, waarbij veel bedrijven verdwenen en de blijvers flink groter werden. In 1990 is het aantal hectares cultuurgrond van een doorsnee bedrijf bijna verdubbeld ten opzichte van 1965, het aantal varkens verviervoudigd. De modernisering van de landbouw gaat gepaard met grootschalige ruilverkaveling, waardoor het landschap sterk verandert. Mede door productiesubsidies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de Europese Gemeenschappen (EG) ontstaat een overschot aan melk (de ‘melkplas’) en als gevolg daarvan een ‘boterberg’ in overvolle koelhuizen.

Henk Terlingen zit achter een ronde tafel met een ronde bolling in het midden, met op de achtergrond een afbeelding van astronauten.
Beeld: ©Wikimedia Commons / NOS, CC BY-SA 3.0
Presentator Henk Terlingen ("Apollo Henkie") presenteert de maanlanding 1969.

Mondialisering

We zien een verdergaande mondialisering in de zin van economische, politieke en culturele integratie, mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer en telecommunicatie. Door de toenemende internationale contacten groeit het ministerie van Buitenlandse Zaken snel: werkten in 1950 nog 455 BZ-ambtenaren in Den Haag, in 1982 zijn dat er 1650. De televisie brengt de wereld de huiskamer binnen, niet alleen met amusement maar ook met dagelijkse beelden van de gruwelen van de Vietnamoorlog die ook in ons land de protesten hiertegen aanwakkeren. Verre reizen maken voor velen de wereld nog kleiner.

Mobiliteit

Met meer vrije tijd en besteedbaar inkomen worden de mensen mobieler; over land en in de lucht. Er ontstaat een internationale reisindustrie met het vliegtuig als massavervoerder, goedkope chartervluchten bieden voor een snel groeiend aantal toeristen complete vakanties naar zonnige oorden aan. Tussen 1965 en 1980 verviervoudigt het aantal passagiers op Schiphol, dat ook zelf een belangrijke toeristische trekpleister wordt. Door de oliecrisis van 1973 stagneert de economie, wordt vliegen duurder en neemt het aantal zaken- en vakantiereizen af. Maar deze terugval wordt binnen enkele jaren ingelopen.

Zwart-wit foto van een grote groep mensen die wachten in Schiphol.
Beeld: ©Wikimedia Commons / Bert Verhoeff/Anefo, CC0
Vakantie-uittocht begonnen; overvolle vertrekhal op Schiphol, 1974.
Zwart-wit foto van een klas vol leerlingen die op de computer werken met een paar leraren vooraan de klas.
Beeld: ©Nationaal Archief / Croes, Rob C. / Anefo, CC0
1983 Aardrijkskundeles met de computer tijdens Onderwijstentoonstelling Scholen voor 2000.

Innovaties

De snelle toename van het computergebruik zorgt voor een revolutie in de manier van werken en communiceren. Computertechnologie wordt een essentiële spil in veel facetten van de samenleving. Met de introductie van de pc in Nederland in 1983 komt de computer binnen het bereik van iedereen. Het dagelijks leven van de Nederlander wordt verder beïnvloed door internationale innovaties, zoals satellieten voor onder meer weersvoorspellingen, intercontinentaal telefoonverkeer en plaatsbepaling.

Grenzen aan de groei

De groei blijkt echter niet op alle fronten grenzeloos. Door het Rapport van de Club van Rome: de grenzen aan de groei (1972) ontstaat het besef dat de economische groei aan banden moet worden gelegd om de aarde leefbaar te houden. Dit geeft voeding aan een tegenbeweging die wijst op de keerzijde van economische voorspoed en schaalvergroting en zich inzet voor natuur en milieu. In de agrarische sector wordt vanaf 1984 de zuivelproductie beperkt door de invoering van een EG-melkquotum. Eind jaren tachtig worden de eerste tekenen zichtbaar van een krimpende bevolking op het platteland, vooral aan de rand van het land zoals in Oost-Groningen, Zuid-Limburg en Zeeland. Hier worden relatief weinig kinderen geboren en trekken jongeren weg naar de grote steden voor een baan of opleiding.

Tijdlijn Groei