Paradiso

In tweede helft van de jaren zestig kwam internationaal een tegencultuur op, waarin Amsterdam een voortrekkersrol had. Vooral jongeren keerden zich tegen de gevestigde orde en pleitten voor vrijheid en democratie. In 1967 werd het leegstaande voormalige verenigingsgebouw van de Vrije Gemeente aan de Weteringschans door hippies gekraakt. Dit neo-romaanse gebouw van architect G. B. Salm met de architectonische kenmerken van een kerk dateerde uit 1880. Na de ontruiming werd de gemeente Amsterdam gedwongen het gebouw een nieuwe bestemming te geven. In 1968 opende er het Cosmisch Ontspanningscentrum Paradiso dat de hippiebeweging vrije ruimte gaf voor de creatieve geest en waar drugsgebruik niet werd geschuwd. Midden jaren zeventig werd het met de opkomst van de punk een populaire plek voor alternatieve muziek. Halverwege de jaren tachtig verbreedde de programmering en werden er talloze culturele evenementen gepresenteerd. Uiteindelijk groeide de club uit tot Paradiso, een tot over onze landsgrenzen vermaarde poptempel waar Prince, Iggy Pop, David Bowie, The Rolling Stones, Adele, Amy Winehouse en vele anderen het podium betraden. Begin 2000 vond een verbouwing plaats. Het huidige poppodium, nachtclub en cultuurhuis staat nu voor een grote uitbreiding waarbij het ernaast gelegen bouwperceel betrokken wordt.

Dit object hoort bij de verhaallijn Vrijheid.