Hermitage en Hortus delen warmte-koudeopslag
Sinds 2016 delen de Hermitage en de Hortus Botanicus dezelfde warmte-koudeopslag (WKO). Door middel van ondergrondse buizen wisselen de twee instellingen warmte en kou uit.
Ondergronds verbonden
Het zijn twee opvallende monumenten in het hartje van Amsterdam: een voormalig Diaconie Oude Vrouwen en Mannen Huis waar nu een museum huist en een kassencomplex met wortels in de 17de eeuw. Ze bleken elkaar goed te kunnen gebruiken. De Hermitage had warmte over en de Hortus Botanicus kon wel wat extra warmte gebruiken. Ze zijn daarom gaan samenwerken. Sinds 2016 zijn de Hermitage en de Hortus Botanicus ondergronds met elkaar verbonden. De Hermitage voert restwarmte af waarmee de tropische kassen worden verwarmd. Vice versa levert de Hortus kou aan de Hermitage. Het lijkt een simpel gegeven, maar toch is dit de eerste keer dat in Nederland een dergelijke verbinding tot stand werd gebracht. Voor beide instellingen resulteert dit in een fikse besparing. De energiebesparing van de Hermitage komt neer op het totaalverbruik van 60 huishoudens. De Hortus Botanicus bespaart flink op gasgebruik, vergelijkbaar met zo’n 54 huishoudens.
Duurzame inrichting Hermitage Amsterdam
De Hermitage Amsterdam is een dependance van de Hermitage in Sint-Petersburg en is sinds 2009 gevestigd in de Amstelhof, een 17de-eeuws tehuis voor ‘oude besjes’. Sebastiaan Lagendaal is hoofd facilitaire zaken en veiligheid. Hij onderzocht welke maatregelen mogelijk waren om het rijksmonument, met alle bijbehorende regelgeving, zo duurzaam mogelijk in te richten. Hij liet 327 zonnepanelen op het dak plaatsen, met een totaalrendement van 85 kilowattpiek. Daarnaast is in samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven onderzocht hoe de klimaatinstallaties geoptimaliseerd konden worden, zodat deze zo min mogelijk energie gebruiken. Maar ook de kleine beetjes helpen: denk bijvoorbeeld aan de toepassing van LED-verlichting, tijdschakelaars en bewegingssensoren.
Restwarmte Hermitage voor Hortus Botanicus
Een flink deel van de gebruikte energie zit echter in de koeling van het gebouw. De temperatuur in het museum moet constant 20 graden zijn met een luchtvochtigheid tussen de 45 en 55 procent. "Omdat de verlichting en de bezoekers warmte afgeven, zijn we zo’n twee derde van het jaar bezig om het gebouw te koelen", aldus Lagendaal. Dat betekent dat het overschot aan warmte verloren gaat. Lagendaal vond dat zonde en ging op zoek naar instellingen in de omgeving die de restwarmte konden gebruiken. Hij bekeek een thermografische foto van Amsterdam waarop te zien is welke gebouwen de meeste warmte afgeven. Zijn oog viel op de Hortus Botanicus, waar in de historische kassen dag en nacht flink wordt gestookt om de gewenste tropische omstandigheden te bereiken. Lagendaal belde de Hortus met de vraag of ze de extra warmte van de Hermitage konden gebruiken. Zijn telefoontje kwam net op tijd; bij de Hortus stonden ze op het punt om nieuwe verwarmingsketels te bestellen.
Twee dagen boren voor verbinding Hermitage en Hortus
Om de verbinding tot stand te brengen was een behoorlijke tunnel nodig: 425 lang en 26 meter diep. Niet eerder werd in Nederland een dergelijke tunnel geboord. De boor deed er ruim twee dagen over en ging zowel onder de drukke Weesperstraat als de metrotunnel door. Door middel van deze verbinding zijn de twee rijksmonumenten nu ondergronds aan elkaar geklonken. Het project is niet onopgemerkt gebleven. De spectaculaire boring ging gepaard met de nodige media-aandacht en het project werd bekroond met de Duurzaam Erfgoed Prijs 2016 van de Provincie Noord-Holland.
"Eigenlijk is de Hortus Botanicus onze radiator"
Tussen kunst en kas
De toekomst moet uitwijzen of andere instellingen het ook aandurven om een dergelijke verbintenis met elkaar aan te gaan. Momenteel wordt onderzocht of op het Amsterdamse Museumplein hetzelfde te realiseren valt met de verschillende musea en het Zuiderbad.