Stadsmuur van ijzeroer in ere hersteld
In Hardenberg staat nog een gedeelte van de oude stadsmuur uit 1230. Een uniek monument, omdat het grotendeels is opgebouwd uit ijzeroer. In 2016 stortte de muur gedeeltelijk in. Het bleek al snel een specialistische klus, waarbij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) werd ingeschakeld voor advies. Bijna de gehele muur is weer opnieuw opgebouwd mét behoud van het historisch bouwmateriaal.
Geen enkel gelijk object
IJzeroer werd sinds de IJzertijd niet alleen gebruikt voor de productie van ruw ijzer maar ook als bouwmateriaal. Vooral in de winningsgebieden in Oost- en Zuid-Nederland. Reden genoeg om de oude ingestorte stadsmuur zoveel mogelijk intact te laten. Bouwkundig adviseur Henry van der Wal van de RCE: ‘Het is uniek dat de muur in Hardenberg honderd procent uit ijzeroer en mortel bestaat. Er bestaat geen enkel gelijk object. Maar hoe origineel was het eigenlijk nog? En is het na instorting nog wel een monument? Hoe moeten we dat vervangen en met wat voor mortel? Ook voor ons waren dat hele interessante vragen.’
Herstelplan met behoud van historisch materiaal
Marten Schiphorst, adviseur gebouwen van de gemeente Hardenberg: ‘We hebben de muur na de instorting meteen gestut. Al vrij snel daarna vroegen we de RCE voor verder advies. Henry was snel ter plaatse. Door een adviesbureau is toen een eerste herstelplan gemaakt met ondersteuning van een restauratiebedrijf. Dat plan van aanpak is aan de RCE voorgelegd. Het was een ingrijpend plan, maar de RCE ging niet akkoord.’ De oplossing was namelijk een betonconstructie om de muur te verstevigen, legt Marten uit. ‘Maar dan zou er te veel historisch materiaal, ijzeroer, verloren gaan en weinig overblijven van de oorspronkelijke muur.’ Uiteindelijk kwam na gezamenlijk overleg een nieuw plan tot stand. Daarbij zouden alle materialen die nog intact zijn, blijven staan. Dat plan kreeg wel de goedkeuring van de RCE.
Kalkmortel en ijzeroerblokken
Vanuit de RCE adviseerden naast de bouwkundig adviseur ook een materiaaldeskundige op het gebied van metselwerk en een natuursteenspecialist de gemeente Hardenberg over het juiste materiaal. Marten: ‘Daarom is voor het opvullen van de muur een vulling van kalkmortel gebruikt, en binnenin ijzeroer. Als het nodig is, kan de mortel in de toekomst altijd weer van de ijzeroerblokken worden afgeschraapt. Met een harde mortel, bijvoorbeeld cementhoudende mortel, kan dat namelijk niet meer.’ Restaurateurs hebben alle blokken aan de buitenkant van de muur gedocumenteerd. De muur werd daarna weer laag voor laag opgebouwd. Daarbij werden de blokken stuk voor stuk exact weer zo neergelegd als daarvoor, en met de eerdergenoemde vulling als extra versteviging van de muur. Een gestabiliseerde zandlaag langs de stadsmuur aan de kant van het hoger gelegen Wilhelminaplein moet vocht tegenhouden. Marten: ‘De muur kan er weer voor jaren tegenaan.’
Specialistisch metselwerk
De gemeente vroeg de RCE om advies, omdat het hier grotendeels om een reconstructie ging. De RCE wilde graag in het vooroverleg al meedenken over een herstelplan en hoe dit het beste kon worden uitgevoerd. Ook omdat de Rijksdienst diverse materiaaldeskundigen in huis heeft op het gebied van bijvoorbeeld metsel- en voegwerk, natuursteen of materiaaleigenschappen. Henry: ‘Het mooie was dat we meteen met specialisten aan tafel zaten en op inhoudelijk niveau de werkwijze konden afkaarten. Het oorspronkelijke plan hebben we toen aangepast en verbeterd. Maar voor ons als RCE was het ook heel interessant om kennis op te halen. We kunnen van dit soort projecten zelf ook veel leren.’ Met de metselwerkexperts werd ter plekke besproken wat de beste manier van aanpak was. Henry: ‘De aannemer had zelf iemand ingeschakeld die veel deed met natuursteen. Die vond het heel leuk om te kijken hoe deze klus het beste kon worden aangepakt. Om de muur zoveel mogelijk terug te brengen in de staat zoals die was. Dat maakt zo’n klus extra leuk!’
Goede samenwerking van begin tot eind
De RCE was bij alle stadia van de muurreconstructie betrokken. Henry: ‘Na het instorten van de muur hebben we eerst samen gezocht naar financiële middelen. Daarna hielden we regelmatig contact en adviseerden over geschikte partijen, adviesbureaus en aannemers en de juiste onderzoeksvragen, ook tijdens de uitvoering. Samen met collega’s dachten we mee over de verschillende herstelwijzen, tot aan de materialen aan toe. We zijn ook regelmatig de situatie gaan bekijken.’ De voortdurende terugkoppeling met de RCE heeft volgens beiden zeker het succes van de restauratie mede bepaalt. Marten: ‘Als je ze niet vanaf het begin meeneemt, dan mis je hun expertise zeker. Er is daar zoveel kennis over het toepassen van bepaalde materialen en de beste werkwijze. Ook zijn ze heel betrokken. Zo bleek bijvoorbeeld dat we geen gebruik konden maken van een onderhoudssubsidie omdat het om een reconstructie ging. ‘Ook daarin kan de RCE je wegwijs maken en adviseren.’
Facetimen op de bouwplaats
Henry vult aan: ‘Dit is nu echt een mooi praktijkvoorbeeld waar ik blij van word. Omdat we bij het hele traject betrokken zijn geweest, voor, tijdens en na de uitvoering, kom je tijdens een vergunningsproces ook niet voor verrassingen te staan. Je kunt heel makkelijk bijsturen en adviseren, in plaats van alleen maar nee zeggen.’ En zelfs de meest moderne communicatiemiddelen werden ingezet, zo vertelt Henry enthousiast. ‘Ik was een keer op de bouwplaats en moest een beslissing nemen over de juiste mortel. Maar de aannemer was het niet met mij eens. Via FaceTime kreeg ik een collega zover om zijn expertise toch met ons te delen. Zo stonden we daar met zijn allen op de bouwplaats rondom de mobiele telefoon. Daardoor konden we toch een tussenoplossing vinden. Maximale inspanning om de voortgang van de bouw niet te frustreren.’
Meer weten?
De Wegwijzer advies omgevingsvergunning laat eenvoudig zien hoe en wanneer vergunningsverleners, toezichthouders en handhavers advies kunnen of moeten inwinnen: voor, tijdens en na de aanvraag omgevingsvergunning.
Neem contact op met de Infodesk van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed voor vragen op het gebied van cultureel erfgoed en de rol die de Rijksdienst hierin kan spelen.