Een wierde van waarde: schimmen uit het Rottumer verleden
In het Groningse wierdedorpje Rottum werden in het vroege voorjaar van 2023 diverse bijzondere vondsten gedaan. Een versterkingsproject aan een Rottumer dorpsboerderij bracht een oude begraafplaats aan het licht. Hoewel de vondst van een aantal skeletten niet geheel onverwacht was, was de omvang ervan een ware verrassing. Uiteindelijk werden zo’n 458 skeletten opgegraven. Daarbovenop bracht de opgraving duidelijkheid over een verdwenen kerk, waarvan de locatie in de nevelen van de tijd was verdwenen.
In 2016 startte Nationaal Coördinator Groningen (NCG) het pilot-programma 'Heft in Eigen Hand | Eigen initiatief'. NCG is belast met de versterking van gebouwen in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen. In dit pilot-programma namen ruim 250 woningeigenaren zelf de regie over de versterking van hun gebouw. NCG ondersteunt ook bij de versterking van de boerderij op de wierde Rottum. Bij dit specifieke versterkingsproject werkt de NCG samen met bouwbedrijf Van Wijnen en adviesbureau Lycens, die hielp bij het archeologisch onderzoek. Ook de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is nauw betrokken omdat de boerderij op een archeologisch rijksmonument staat: de dorpswierde Rottum.
De boerderij uit de 19e eeuw ligt in het aardbevingsgebied en had aardbevingsschade. Samen met de bewoners werd besloten om het voorhuis te verstevigen. De schuur was in dusdanig slechte staat dat werd gekozen om deze af te breken en er een nieuwe schuur voor in de plaats te bouwen. Zowel de woning als de schuur voldoen na oplevering aan de richtlijnen voor bevingsbestendig bouwen
“Onverwachts en onvermijdelijk”
“Mensen schrikken altijd als blijkt dat zij op een archeologisch rijksmonument wonen. Ze kunnen zich vaak niet voorstellen wat dit inhoudt. Daar komt de gevoeligheid rond de aardbevingsproblematiek nog bij. Daarom besteed ik veel persoonlijke aandacht aan bewoners in zulke situaties. Wij doen altijd hard ons best om mensen gerust te stellen en ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk vertraging ontstaat bij het aanvragen van vergunningen en eventueel archeologisch onderzoek dat daar uit volgt,” vertelt Jos Stöver, adviseur archeologie bij RCE.
Maar soms is vertraging onverwachts en onvermijdelijk. Bouwbedrijf Van Wijnen begon met de bouwkundige versterking van het woonhuis. Vanwege de status van archeologisch rijksmonument werden de grondwerkzaamheden uitgevoerd onder archeologische begeleiding van Lycens. “Bij de begeleiding van de graafwerkzaamheden in het woonhuis liep alles nog volgens verwachting. We vonden wel al een skelet van een kind.” vertelt Adriana Bakker, projectleider archeologie bij Lycens. Het bureauonderzoek deed vermoeden dat onder de schuur meer skeletten zouden liggen. “En dat bleek ook wel,” bevestigt Erik Huisman, uitvoerder vanuit Van Wijnen.
Volgend op het nodige vooronderzoek, het verlenen van vergunningen en de sloop van de oude schuur werd in februari 2023 de oude betonnen vloer verwijderd en de nieuwe bouwkuip uitgegraven. Dit gebeurde onder archeologische begeleiding van Lycens. “Na een uur of twee graven dachten we al: wat hebben we hier? We vonden toen meerdere skeletten.” vertelt Bakker. “Niemand had verwacht dat we zo ondiep al zoveel zouden aantreffen.” “Voor de begeleiding door een archeoloog was twee weken ingepland. Dat werden maanden,” bevestigt Stöver.
458 individuen
In totaal zijn 458 skeletten opgegraven op een oppervlak van 245 m2. “We hebben de hele bouwkuip, tot 90 centimeter diep, grotendeels met de hand uitgegraven. We legden alle skeletten op respectvolle wijze één voor één bloot. Dat is een flinke, arbeidsintensieve klus.” vertelt Bakker. “De skeletten vonden we in vijf verschillende lagen. De bovenste skeletten lagen als het ware met hun neus tegen de betonnen vloer. Oorspronkelijk zullen ze een stuk dieper onder het maaiveld hebben gelegen. Dit betekent dat het maaiveld in het verleden flink moet zijn verlaagd. Vrij bijzonder is dat het botmateriaal over het algemeen zeer goed bewaard is gebleven. Dit komt door de (klei-)plaggen en mestlagen waaruit wierden zijn opgebouwd. Deze zuurstofarme bodemomstandigheden zijn ideaal voor het behoud van menselijk en dierlijk botmateriaal, maar klaarblijkelijk minder geschikt voor het hout van doodskisten of doodskleden van textiel. In het Rottumse kerkveld resten slechts dunne bruinige lijnen van kisten, vergezeld door ijzeren kistspijkers.”
Locatie befaamd kerkje onthuld
De meeste graven bleken te horen bij een kleine, waarschijnlijk tufstenen, kerk, mogelijk uit de 12e eeuw daterend. Voordat baksteen in Nederland rond 1200 haar herintrede deed, was tufsteen het voornaamste bouwmateriaal voor stenen kerken. Van de kerk zijn slechts enkele brokken tufsteen teruggevonden. De grondverbetering ten behoeve van de fundering, een ‘spekkoek’ bestaande uit dunne laagjes klei, tufsteengruis en schelpen, werd echter wel aangetroffen. Dat de kerk van de parochie Eelswerd ooit op of in de buurt van Rottum stond was uit schriftelijke bronnen al wel bekend, maar de exacte locatie bleef onduidelijk. “Dat we de fundering van de kerk nu gevonden hebben is wel uniek,” vertelt Wessel Dijkstra, die bij de gemeente Het Hogeland de monumentenzorg en archeologie onder zijn hoede heeft.
In eerste instantie zag het ernaar uit dat er bij de kerk veel vrouwen en kinderen begraven lagen. Uiteindelijk blijkt het toch een gemiddelde mix van mannen, vrouwen en kinderen te zijn. Opvallend waren de vele skeletjes van jonge kinderen langs de noordmuur van de voormalige kerk. “Als in de middeleeuwen kinderen jong stierven of doodgeboren werden waren ze vaak nog niet gedoopt, waardoor ze niet mochten worden begraven in de gewijde grond van het kerkhof. We zien vaker dat heel jonge kinderen tegen de muren van een kerkgebouw werden bijgezet. Ze werden dan alsnog ‘nagedoopt’ door de regen die via het kerkdak, immers een gewijd gebouw, op de kindergraven druppelde,” vertelt Bakker.
De meeste opgegraven lichamen dateren uit de 12e tot 16e eeuw. Maar er zijn ook zeker drie begravingen gevonden die vooraf lijken te gaan aan de bouw van de kerk. Deze graven liggen dieper en worden soms door de fundering van de kerk doorsneden. Deze mensen lijken volgens een pré-christelijke traditie te zijn begraven. “Bij de overblijfselen van een man is een riem met mes en schede gevonden, alsook veel vleugelbotjes van vogeltjes. Omdat na de dood de hemel in alles voorzag, kregen christenen geen giften meer mee in het graf. Door de combinatie met het mes en de locatie onder de fundering van de 12e -eeuwse kerk, rijst ons vermoeden dat het graf ouder is dan de andere graven,” vertelt Bakker.
Vlakbij het mannelijke graf werd de bijzetting van een vrouw gevonden met een halsketting bestaande uit wel 50 kleurrijke kralen daterend uit de 5e – 10e eeuw. Dit kan licht werpen op de productie en de handel van kralen binnen Europa. Kralen werden van heinde en verre aangevoerd en droegen bij aan het aanzien en de status van de dragers.
De kralen, in combinatie met de vondsten van meerdere stukken onbewerkt barnsteen en 1 halffabricaat, metaal en glasslakken (restproduct van metaalbewerking en glasproductie), benen kamfragmenten en heel veel gebroken aardewerk, wijzen op bedrijvigheid op de wierde van Rottum. Ook zijn er verschillende munten aangetroffen, waarvan de oudste munt een Merovingische sceatta uit de 7e – 8e eeuw is. Dit doet vermoeden dat er veel handelsverkeer is geweest.
Een goede samenwerking is essentieel
Een half jaar intensief werken met meerdere partners vergt inspanning van iedereen. De uitdaging is om dezelfde doelen en werkwijze na te streven en begrip voor veranderende situaties te creëren. “Elke twee weken namen we een moment om de voortgang te bespreken. Hoe gaat het, wat wordt de planning en waar gaat het naartoe? Met dezelfde regelmaat spraken we ook met de bewoners, wat erg werd gewaardeerd,” vertelt Dirk Jan Schotanus, bouwbegeleider bij NCG.
Het is natuurlijk niet de eerste keer dat de RCE en de NCG samenwerken in versterkingsopgaven. Daarom heeft de RCE in samenwerking met de NCG en andere betrokken partijen, waaronder de provincie Groningen en de Groningse gemeenten, protocollen opgesteld. Een voorbeeld hiervan zijn de zogeheten paraplu-PvE’s (programma’s van eisen), waarin wordt beschreven welke vorm van onderzoek wordt toegepast bij de verschillende versterkingsmethoden. “Deze helpen bij de samenwerking,” vertelt Stöver. Zo weten alle betrokken partijen en de bewoners van het te versterken pand op voorhand wat er gaat gebeuren.
Ook de archeologen van Lycens schrijven een PvE. Hierin staan de onderzoeksvragen van de archeologen, wat er verwacht wordt qua aantallen en soorten vondsten en hoe het onderzoek op een specifieke plek precies moet worden uitgevoerd. Vanwege de omvang en verrassende vondsten moest het PvE van Rottum al snel aangevuld worden. De flexibiliteit en goede samenwerking tussen de partijen zorgde ervoor dat dit allemaal snel kon worden geregeld, waardoor de opgraving kon worden voortgezet.
Die flexibiliteit en goede samenwerking waren zeer belangrijke ingrediënten in dit project. “Soms maakten we vol overtuiging afspraken in een overleg, maar bleken we het de week erop toch niet waar te kunnen maken, omdat de volgende bijzonder vondst was gedaan. Dat kan een uitdaging zijn, maar uitdagingen zijn er om opgelost te worden. En dat hebben we ook gedaan met elkaar als team,” vertelt Huisman.
Betekenis
Veel huizen in het aardbevingsgebied worden versterkt of vervangen door aardbevingsbestendige woningen. Dat doet iets met de identiteit van de leefomgeving. Daarbij leidt de versterking van huizen, bedoeld om veilig een woning of een ander gebouw te kunnen verlaten tijdens een aardbeving, geregeld tot aantasting van archeologische resten. “Het liefst laten we archeologische resten in de grond zitten. Maar als het niet anders kan moet er worden opgegraven en moeten archeologische resten worden veiliggesteld,” vertelt Dijkstra. Dat is precies wat er in Rottum is gebeurd.
Opgravingen kunnen ook een positief effect hebben. “Samen met Van Wijnen, Lycens en de RCE kunnen we ervoor zorgen dat we juist iets van de identiteit en geschiedenis van het Groninger land in beeld krijgen. Dat moeten we met beide handen aangrijpen,” vindt Schotanus. “We hebben meerdere keren een open middag gehad op de bouwlocatie. Via een dakterras konden omwonenden van bovenaf naar de opgravingen kijken. Zo nemen we ze mee in de planning,” vertelt Huisman. Lycens vertelde daarbij over de opgravingen en diverse bassischoolklassen uit de regio hebben een bezoek gebracht. “Het leeft dus echt in de omgeving,” vult Schotanus aan.
Voor de gemeente Het Hogeland is de opgraving in Rottum belangrijk. In de gemeente liggen wel 50 archeologische rijksmonumenten, meestal dorpswierden. “Griekenland heeft haar prachtige tempels en heiligdommen, wij hebben bijzondere dorpskerken en funderingen. Dat is wel een vergelijking waard,” vindt Dijkstra.
Vondsten in de historische context
Nu de laatste archeologen uit Rottum zijn vertrokken, begint de volgende fase van het onderzoek. Alle vondsten worden nauwkeurig schoongemaakt en onderzocht. Na onderzoek van het botmateriaal zal worden bepaald welke skeletten voor toekomstig onderzoek beschikbaar zullen blijven. Het materiaal is eigendom van de provincie en zal worden opgeslagen in het archeologisch depot in Nuis. Voor het botmateriaal dat overblijft moet een passende laatste rustplaats worden gevonden, het liefst in Rottum.
Specialisten doen nu nader onderzoek met als doel een beter beeld te krijgen van de geschiedenis van de wierde in relatie tot haar omgeving. “Wat is de oorsprong van de in Rottum gevonden lichamen? Woonde men op de wierde of kwamen ze uit de dorpen binnen het kerspel van Eelswerd? Omdat bij enkele lichamen opvallende medische ingrepen zijn aangetroffen; kwamen deze mensen naar het klooster dat er sinds de 13e eeuw stond? Monniken hadden in die tijd iets meer verstand van geneeskunde dan anderen. Misschien reisden de mensen wel naar het klooster in de zoektocht naar genezing,” speculeert Bakker.
De publicatie van de resultaten van dit onderzoek laten nog even op zich wachten. Het zal nog zeker twee jaar duren voordat al het onderzoek is afgerond en beschreven in een wetenschappelijk- en publieksrapport. Veel mensen zullen hier met smart op wachten, want ondertussen zijn de opgravingen niet alleen bekend in de omgeving. Ook de nationale en internationale pers heeft het onderzoek met interesse gevolgd.
Door de opgraving zijn de bewoners onder de indruk geraakt van de wel heel bijzondere plek waar zij wonen. Nu het veldonderzoek is voltooid, kan verder worden gegaan met de versterking van het huis en de bouw van de schuur. Naar verwachting kunnen de bewoners in 2024 hun aardbevingsbestendige woning betrekken.