Ontstaan van de Rijkscollectie RCE
Vanaf 1875 heeft de rijksoverheid een kunstcollectie opgebouwd. Deze collectie van het Rijk, nu in beheer bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, is op verschillende manieren ontstaan. Dat wordt hier in het kort beschreven. Tegenwoordig vindt uitbreiding van de collectie alleen nog plaats door schenkingen, legaten en overdrachten.
Door eigen initiatief
Bijvoorbeeld door aankopen, maar ook door opdrachten, schenkingen, legaten en overdrachten. Van 1932 tot 1992 kocht het Rijk hedendaagse kunst.
Rijksdeel van de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR)
Deze regeling liep van 1949 – 1987 en werd ook wel de contraprestatieregeling genoemd. Hierbij verkochten kunstenaars hun werk aan het Rijk.
Kunst uit de Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel kunstwerken vanuit Nederland naar Duitsland gegaan door verkoop, maar ook door roof of confiscatie. Na de oorlog zijn veel werken weer teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar. Toch is er een aantal werken waarvan de herkomst niet zeker is. Meer informatie over deze kunst vindt u bij het onderwerp Restitutiebeleid.
Kwijtscheldingsregeling
Erfgenamen kunnen hun erfbelasting deels afbetalen met een kunstwerk. De Staat wordt dan formeel eigenaar van het werk, onder de voorwaarde dat het object wordt tentoongesteld waar het het best tot zijn recht komt. De erflater of de erfgenamen beslissen mee waar dat is. Zo heeft het Rijk een aantal Friese klokken en werk van Van Gogh, Toorop en Van der Leck verworven. Zie ook 'Kunst schenken'.