Transformeren met cultureel erfgoed

De kwaliteit van gebiedstransformaties is een publiek belang. Erfgoed delft in de complexiteit van deze transformaties gemakkelijk het onderspit. Zodra een gebiedsontwikkeling zich aandient, doet een lokale overheid er daarom goed aan de aanwezige en vroegere kwaliteiten van dit gebied helder en met draagvlak vast te leggen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) wil bevorderen dat gebiedsontwikkelingen tot stand komen met een groter bewustzijn van de bestaande kwaliteiten.

De RCE heeft samen met SteenhuisMeurs, bureau voor cultuurhistorie en gebiedsontwikkeling, een instrument ontwikkeld om ontwerp met hoge omgevingskwaliteit voortaan soepeler voor elkaar te krijgen: de handreiking Transformeren met Cultureel Erfgoed . Met de handreiking wordt ingezet op ‘behoud door ontwikkeling’, het motto waarmee al sinds de eeuwwisseling erfgoedlocaties worden getransformeerd. Zo kan het cultureel erfgoed enerzijds niet meer worden weggedacht, anderzijds wordt de zoekruimte voor transformatie gepreciseerd. De gemeente heeft de regierol in de planvorming. De cultuurhistorische waarden zijn bepalend voor het slagen van de transformatieopgave. Waarden van het verleden, vertaald naar de toekomst. Ter illustratie van de aanpak worden hieronder twee gebieden uitgelicht. 

Luchtfoto van het stationsgebied in Haarlem. In het midden is het stationsgebouw zichtbaar. Ten zuiden daarvan het busplatform met daaromheen bebouwing.
Beeld: ©Siebe Swart
Stationsplein in Haarlem

Het stationsplein van Haarlem

Haarlem is de enige historische stad waar het station binnen de stadswallen is gebouwd. Het stationsplein verdient een transformatie die past binnen de beschrijving van het beschermd stadsgezicht. Het is een ingewikkelde puzzel van functies, die allemaal binnen een beperkte ruimte moeten landen. De gemeente heeft meerdere belangen. Waarborging van de kwaliteit van het beschermde stadsgezicht en het rijksmonumentale station maakt daar deel van uit. Om de erfgoedwaarden te benutten, moeten deze scherp gedefinieerd worden en voorwaardelijk zijn voor de ruimtelijke oplossingen. Denk bijvoorbeeld aan de definiëring van de afstand en hoogte die de nieuwbouw straks ten opzichte van het monumentale stationsgebouw mag krijgen. De handreiking zorgt ervoor dat dit soort erfgoedfactoren in beeld komen. De uiteindelijke inzet is de ontwikkeling van een stedenbouwkundig ontwerp dat de te gemakkelijk gemaakte keuzes uit de voorgaande decennia gaat overstijgen.

Het Hembrugterrein in Zaandam

Het Hembrugterrein in Zaandam is een voormalig industrieel defensieterrein met tientallen rijksmonumenten en een enorme ontwikkelpotentie. Het cultureel erfgoed heeft hier vanaf de start een hoofdrol gekregen. In de verkoopvoorwaarden die het Rijksvastgoedbedrijf meegeeft aan nieuwe eigenaren hebben bewoners, bedrijven en andere partijen meegedacht over hoe de transformatie vorm krijgt. Onder regie van de gemeente zijn destijds  ‘gebiedspaspoorten’ opgesteld. Deze paspoorten gaan veel verder dan alleen de bescherming van monumenten en het aandragen van referentiebeelden. Het zijn gedragen ambitiedocumenten die de kwaliteiten van het gebieden beschrijven, waar ontwerpers houvast aan hebben. Alles wat transformeert, moet het gebied een hogere kwaliteit geven. Nu noemen we dit een transformatiekader, maar de werking is nagenoeg gelijk. De gebiedspaspoorten van het Hembrugterrein zijn opgenomen in het Omgevingsplan, waardoor ze ook een juridisch kader vormen voor ruimtelijk ontwerp en welstandsadvies. Inmiddels maakt het gebied stapsgewijs een hoogwaardige herontwikkeling door. Hoewel er veel gebouwen van functie veranderen, blijft het verhaal en de structuur van het gebied onveranderd sterk.

Meer voorbeelden van gebiedstransformatie met cultureel erfgoed zijn te vinden in het artikel over verstedelijking binnen de reeks Erfgoed en ruimte in de kennisbank van de RCE.