Wat verandert er in 2025?

Werkzaamheden zijn alleen subsidiabel voor zover deze betrekking hebben op de instandhouding van de monumentale waarden van het rijksmonument. Werkzaamheden aan niet-monumentale onderdelen worden dus in principe niet gesubsidieerd. Uit voorgaande aanvraagrondes bleek dat dit niet voor alle aanvragers duidelijk was. Daarom is dit in de Leidraad op een aantal plekken - zoals bij interieurs en installaties - duidelijker gemaakt, inclusief voorbeelden van wat wel en niet subsidiabel is.

De Leidraad is niet alleen van toepassing op woonhuissubsidie, maar ook op instandhoudingssubsidie voor niet-woonhuismonumenten (Sim), een aantal provinciale restauratieregelingen en leningen van het Nationaal Restauratiefonds. Daarom is duidelijker aangegeven wanneer een bepaald onderdeel van de Leidraad alléén van toepassing is op de Sim, en niet op de andere financiële regelingen.

Nieuw dit jaar is dat het periodiek reinigen van schilderwerk voortaan ook subsidiabel is, omdat dit de levensduur van het schilderwerk verlengt.

In de Leidraad is een beperkte wijziging doorgevoerd op het punt van verduurzaming.

In principe wordt er geen woonhuissubsidie verstrekt voor verduurzamingsmaatregelen. Dit blijft ongewijzigd. Bij glas en kozijnen kan voortaan echter een minimale aanpassing van de detaillering worden toegestaan, als dit gebeurt op een bij het venster passende wijze en met een in stijl passende glassoort. Denk bijvoorbeeld aan kierdichting bij houten kozijnen of een koudebrugonderbreking bij stalen kozijnen.

Woonhuissubsidie is bedoeld voor de instandhouding van monumentale waarden. Het vervangen van glas en kozijnen is alleen subsidiabel als deze technisch ‘op’ zijn en vervanging dus noodzakelijk is. Dit moet per venster kunnen worden aangetoond. Bij aanvragen boven de € 70.000 moet dit blijken uit het inspectierapport.

Voor verduurzamingsmaatregelen kunnen andere vormen van financiering worden aangesproken, bijvoorbeeld subsidie van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), of een Duurzame Monumentenplus-Lening van het Nationaal Restauratiefonds.