Collectiehulpverlening

Collectiehulpverlening (CHV) is de eerste hulp aan collecties bij een incident. CHV is erop gericht de schade te beperken en objecten in veiligheid te brengen. Waar Bedrijfshulpverlening (BHV) zich op mens en gebouw richt, is CHV er voor de collectie.

CHV-organisatie

De CHV-organisatie bestaat uit een getraind team dat snel ter plekke kan zijn om eerste hulp te verlenen als de collectie is getroffen door een incident. CHV’ers moeten voldoende expertise op het gebied van collecties hebben. Meestal zijn het dan ook medewerkers die gaan over het collectiebeheer en -behoud. De CHV kan ook uitgevoerd worden door daartoe opgeleide BHV’ers. De eindverantwoordelijke voor de CHV maakt deel uit van het crisisteam van de organisatie. Het is ook mogelijk de CHV uit te besteden aan een extern bedrijf.

CHV-plan

Het CHV-plan omschrijft de organisatie en procedures van de collectiehulpverlening. Voor elk type incident of calamiteit is er een aparte procedure. Bijvoorbeeld voor brand, wateroverlast en diefstal. Een procedure bevat richtlijnen over hoe medewerkers moeten handelen. Per soort object of materiaal kan een procedure andere instructies bevatten. Via het Landelijk Contactpunt van Museumconsulenten (LCM) kunt u de template van een CHV-plan downloaden en invullen naar de wensen en behoeften van uw organisatie.

Hieronder staat een aantal belangrijke punten verder toegelicht.

Actuele contactgegevens

Het CHV-plan bevat altijd een actuele lijst met contactgegevens van de CHV’ers (zowel zakelijk als privé) en van externe hulporganisaties, transportbedrijven en restauratieateliers. Het is belangrijk dat er vooraf afspraken zijn gemaakt met deze organisaties over eventuele hulp bij calamiteiten.

Prioriteitenlijst voor evacuatie

Het CHV-plan bevat een procedure met instructies voor evacuatie van de collectie bij calamiteiten. Die evacuatie gebeurt op basis van een prioriteitenlijst die is samengesteld en afgestemd door het CHV-team. Een prioriteitenlijst (voorbeeld) moet realistisch en praktisch zijn. Hoe langer de lijst, hoe minder hanteerbaar. De criteria gaan met name over de cultuurhistorische waarde en het belang van een object binnen de samenhang van de collectie. Ook de financiële waarde speelt vaak een rol. Ten slotte kunnen zaken als eigendom (eigen collectie of bruikleen?), formaat en fysieke staat bepalen of een object op de prioriteitenlijst komt. Het is handig als de lijst per ruimte (depots en zalen) is opgesteld.

Opvangcapaciteit

In het CHV-plan staat hoe de opvangcapaciteit voor de collectie is geregeld. Over noodopvang kunt u afspraken maken met collega-organisaties, met verhuis- of transportbedrijven of met beheerders van naburige gebouwen. Ook kunt u zelf afspraken maken met gespecialiseerde calamiteitendiensten.

Noodvoorraad en calamiteitenkar

Ook bevat het CHV-plan een lijst van noodvoorraden en een lijst met de inhoud van een calamiteitenkar. Een noodvoorraad bestaat bijvoorbeeld uit schoonmaakmiddelen, gereedschap en verpakkingsmateriaal. Het is belangrijk dat er op vaste plaatsen zo’n noodvoorraad klaarstaat. Daarnaast moet er een calamiteitenkar zijn met de meest noodzakelijke materialen en gereedschappen. Het Landelijke Contact Museumconsulenten biedt een inventarisatielijst van noodvoorraden en leveranciers van deze producten.

CHV-oefening

Een CHV-plan bevat ook een trainingsprogramma. Het is raadzaam om het CHV-plan minimaal eens per jaar te oefenen. Bijvoorbeeld in combinatie met een evacuatieoefening. Of tegelijkertijd met de jaarlijkse ontruimingsoefening die volgend de Arbowet verplicht is. Oefen ook met collega’s van een andere organisatie. Zij kunnen objectief beoordelen wat goed gaat en waar verbeterpunten liggen. Bovendien biedt zo'n gezamenlijke oefening de gelegenheid om kennis en ervaring uit te wisselen.