Brandveiligheid in kerken - bewust in 5 stappen
Brand in kerkgebouwen levert materiële en financiële schade op, maar ook is er vaak verdriet over het verlies van het gebouw. Probeer brand daarom te voorkomen of te beperken. En als er toch brand ontstaat, handel dan direct en regel goede nazorg. Deze 5 stappen helpen u daarbij.
Dit stappenplan is een digitale vertaling van de poster Brandveiligheid in kerken.
Brandveiligheid in kerken: bewust worden-zijn-doen in 5 stappen
Druk op de + om per stap te lezen wat u kunt doen voor, tijdens en na een brand in kerkgebouwen.
-
1 - Inventariseer brandgevaarlijke situaties in en om gebouw
-
Doe dit voor gebouw, inventaris en mensen.
-
- Verken uw kerk, loop in en om het gebouw. Doe dit eventueel met een expert.
- Maak een lijst van brandgevaarlijke situaties. Denk ook aan ander gebruik (evenementen). Zie ook 'Mogelijke oorzaken van brand' hieronder.
- Bespreek brandrisicoscenario’s binnen het kerkbestuur en met vrijwilligers.
- Prioriteer de brandrisico’s. Maak een investeringsplan met tijdsplanning.
- Benoem de meest waardevolle objecten die als eerste in veiligheid gebracht moeten worden. Zorg voor een veilige opslagplaats.
- Informeer bij uw verzekeraar welke schade wordt gedekt.
Maak voor deze stap gebruik van bijvoorbeeld de Kerkenrisicocheck, de Checklist controle kerkgebouw van Donatus en Checklist Zorg voor de veiligheid in kerkgebouwen van de VKB.
-
Brand kan door diverse oorzaken ontstaan. De meest voorkomende zijn brandgevaarlijke werkzaamheden, blikseminslag, brandstichting en technisch defect.
Natuurlijke oorzaak
- Blikseminslag
Technische oorzaak
- Ondeskundige aanpassing/uitbreiding van de elektrische installatie
- Overbelasting van de elektrische installatie
- Inductieschade als gevolg van blikseminslag
- Oververhitting van verlengsnoeren en haspels
- Kortsluiting door knagend ongedierte
- Vlambogen (niet goed aangesloten bedrading)
- Storing in technische installaties als gevolg van geen of ondeskundig onderhoud
Oorzaak menselijk handelen
(onachtzaamheid/onoplettendheid/ondeskundigheid)- Brandgevaarlijke werkzaamheden waarbij warmte of vonken ontstaan zoals slijpen, snijden, lassen, boren, solderen en open vuur bij dakdekken met bitumen
- Niet uitvoeren van onderhoud aan technische installaties
- Niet uitvoeren van onderhoud aan keukenapparatuur, zoals het tijdig vervangen van vetfilters
- Gebruik en opslag van brandversnellers zoals wasbenzine, terpentine en spiritus
- Gebruik verlengsnoeren, haspels, stekkerdozen
- Roken
- Wensballon en vuurwerk
- Vandalisme, baldadigheid en brandstichting
Brandoverslag vanuit een aangrenzend gebouw
-------------
Let op de volgende punten bij een rondgang in en om uw kerkgebouw
- Stoffige ruimten (zolders, kappen, kabelgoten of meterkast)
- Sigarettenpeuken
- Opslag van (oud) papier en versiering in meterkast en andere technische ruimten
- Opslag brandbaar afval of de aanwezigheid van afvalcontainers binnen vijf meter van de gevel
- Opslag obstakels (stoelen, tafels) op vluchtroutes
- Brandbare versiering of ander materiaal (gordijnen) rondom hittebronnen als lampen en kaarsen
- Hoeveelheid en kwaliteit bekabeling, verlengsnoeren, haspels
- Kwaliteit van (wand)contactdozen of bedrading
- Kwaliteit en werking bliksembeveiliging en onaangestaste bliksemafleiders
- Toegang tot belangrijke objecten (zilverwerk, schilderijen, wandborden, bijbel)
- Werking van noodverlichting en nooduitgangen
- Kwaliteit van keukenapparatuur
- Risicovolle aangrenzende panden (horeca, studentenhuis)
- Bereikbaarheid van blusmiddelen
- Bereikbaarheid van de aanrijroute(s) voor hulpdiensten
-
-
2 - Organiseer continue aandacht voor brandveiligheid
-
Bewustwording van brandrisico’s en alertheid zijn cruciaal.
-
- Zet brandveiligheid als vast punt op de agenda van bestuur, commissies en vrijwilligers.
- Herhaal regelmatig een inventarisatie van brandrisicoscenario's. Doe dit altijd bij verbouwingen, restauraties en grote evenementen.
- Oefen jaarlijks gezamenlijk een brandrisicoscenario. Wie doet wat op welk moment?
- Train uzelf en anderen om alert te zijn. Spreek mensen aan als u iets opvalt.
Maak voor deze stap gebruik van de brochure Veiligheid en preventie in kerken van Donatus, het Handboek Behoud en Beheer, hoofdstuk 8, van de VMBK en de informatie over veiligheid op de website van de VKB..
-
-
3 - Investeer in brandveiligheid
-
Ga na wat geregeld is en wat nog nodig is.
-
- Maak een ontruimingsplan en hang op zichtbare plekken duidelijke ontruimingsplattegronden op.
- Leg contact met de brandweer en gemeente en maak afspraken over een jaarlijkse ontruimingsoefening.
- Commiceer en instrueer de vrijwilligers over het ontruimingsplan.
- Oefen samen met vrijwilligers en brandweer, evalueer en verwerk nieuwe inzichten in de instructies.
- Zorg voor een BHV-organisatie en volg periodiek een cursus BHV/EHBO.
- Informeer de brandweer waar de meest waardevolle objecten zich bevinden.
- Beperk de sleutel uitgifte. Maak een sleutelbeheerplan voor het gebouw en een eventueel aanwezige kluis.
- Zorg voor een periodiek onderhoudsplan van technische en elektrische installaties.
- Stel instructies op om brand te voorkomen. Denk aan:
- regelmatige controle van brandscheidingen;
- uitschakelen elektrische apparatuur buiten openingstijden;
- inzetten brandwacht, extra controleronde en blusser bij brandgevaarlijke werkzaamheden. - Stel instructies op hoe te handelen bij brand. Zie stap 4.
- Maak een calamiteitenkaart met deze instructies. Hang deze op strategische en goed zichtbare plaatsen in de kerk.
-
- Installeer branddetectie in de vorm van rookmelders en/of een brandmeldinstallatie, ook in de kap.
- Installeer (bij grote kerken en/of veel bijgebouwen) een ontruimingsalarm, met doormelding naar de brandweer.
- Kijk naar mogelijkheden voor brandbestrijding in de kap zoals een sprinkler/watermistinstallatie en brandwerende scheidingen.
- Zorg voor een goedgekeurde bliksembeveiliging.
- Zorg dat de elektrische installatie genoeg capaciteit heeft bij dagelijks gebruik en niet-alledaagse activiteiten (evenementen).
- Installeer een overspanningsbeveiliging.
- Maak alleen gebruik van goedgekeurde verlengsnoeren of haspels. Koppel geen snoeren aan elkaar.
- Let op de juiste noodverlichting en bewegwijzering.
- Gebruik alleen brandvertragende metalen emmers en afvalbakken met metalen zelfsluitende deksels voor afval en kaarsrestanten.
- Maak gebruik van een brandwerende kluis voor het opbergen van waardevolle objecten.
- Impregneer alle versieringen voor gebruik.
- Hang blusmiddelen op goede bereikbare plekken.
- Zorg voor een EHBO-koffer en noodmaterialen zoals branddeken, bezem, emmers, dweilen en zaklamp.
-
-
4 - Brand? Handel direct!
-
Bij alles wat u doet staat veiligheid voorop.
-
Volg de algemene instructies wat te doen bij brand.
Doe in iedere geval het volgende:
- sla alarm, doe dit, indien aanwezig, via de handbrandmelder;
- bel direct 112;
- zelf blussen kan alleen bij een klein beginnend brandje;
- zelf blussen niet (meer) mogelijk? Stel dan, indien aanwezig, het ontruimingsalarm in werking en ontruim het gebouw volgens procedure;
- geef de brandweer relevante informatie (hoe, wat, waar).
-
- Sluit zoveel mogelijk ramen en deuren.
- Schakel de hoofdschakelaar uit.
- Draai de gaskraan dicht.
- Vraag de brandweer te helpen met het evacueren van waardevolle objecten. Breng ze zelf naar een veilige opslagruimte.
-
-
5 - Herstel schade aan gebouw en inventaris
-
Zorg voor betrokkenen, bespreek met elkaar wat er goed ging en wat niet.
-
- Overleg, indien betrokken, met de Salvage-coördinator.
- Neem contact op met de verzekeraar.
- Is de kerk een (rijks)monumentaal gebouw, neem dan contact op met de gemeenteambtenaar ‘monumenten/erfgoedzorg’ en met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
- Geef nazorg aan uw medewerkers.
- Bedank hulpverleners en anderen die hulp hebben geboden.
- Nodig alle betrokkenen uit voor een evaluatie.
- Verwerk nieuwe inzichten in de instructies en het oefenprogramma.
Maak ook gebruik van het Brandschadewiel en het Waterschadewiel.
-
- Overleg met gemeente, verzekeraar, aannemer, architect en eventueel RCE over te treffen (constructieve) maatregelen.
Denk aan:
- bescherming tegen inregenen (zeil, tijdelijke overkapping);
- plaatsen van hekwerk (veiligheid mensen en tegen diefstal);
- ondersteunen van muren en vloeren (stutten, schragen, stempelen). - Zorg bij het opruimen voor het veiligstellen van onderdelen voor hergebruik.
- Breng waardevolle objecten naar een veilige droge plek.
Maak ook gebruik van het Brandschadewiel en het Waterschadewiel.
- Overleg met gemeente, verzekeraar, aannemer, architect en eventueel RCE over te treffen (constructieve) maatregelen.
-
Colofon
De poster Brandveiligheid in kerken is tot stand gekomen in samenwerking met Vereniging van Beheerders van Monumentale Kerkgebouwen in Nederland (VBMK), Museum Catharijneconvent (MCC), Donatus, Broshuis Consultancy en met ondersteuning van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB).