Diefstal van objecten: een checklist
Waar moet u op letten om diefstal van objecten te voorkomen? En wat doet u als het toch gebeurt? Deze checklist is bedoeld als hulpmiddel voor musea en andere collectiebeherende instellingen. Wat diefstal in de praktijk betekent, leest u in de casus 'Diefstal bij museum'.
Checklist
-
Diefstal voorkomen
-
- Beoordeel hoe aantrekkelijk uw collectie is voor dieven. Dieven zijn niet geïnteresseerd in de cultuurhistorische waarde, maar alleen in de financiële waarde. Welke objecten zijn goed verhandelbaar? Zijn ze gemaakt van materialen zoals goud, zilver, koper en edelstenen? Welke objecten zijn interessant om te ‘gijzelen’ voor losgeld (art-jacking)?
- Bedenk scenario’s: hoe kan iemand objecten stelen? Probeer elk scenario uit. Overweeg op basis daarvan of er extra maatregelen nodig zijn. Maak bij elk bijzonder evenement opnieuw een risicoanalyse, evenals bij wijzigingen van de dagelijkse routine, nieuwe tentoonstellingen en verbouwingen.
-
- Zorg voor een goede registratie van uw objecten. Ga voor de beschrijving minimaal uit van de eisen van Object ID. Zonder goede registratie is opsporing en identificatie van gestolen objecten veel moeilijker.
- Besteed bij de beschrijving van de objecten extra aandacht aan onderscheidende kenmerken zoals inscripties, stempels en merken. Vermeld ook beschadigingen als deuken en krassen.
- Maak gedetailleerde foto's. Als het object wordt teruggevonden, kunt u daarmee aantonen dat het van u is.
- Bewaar de objectregistraties en foto's op een veilige plek.
-
Zorg voor barrières
- Hoe meer organisatorische, bouwkundige en elektronische barrières er zijn rond en binnen het gebouw, hoe meer tijd het kost het om een object te stelen. Dit ontmoedigt dieven. In de publicatie Barrièremodel ‘Diefstal uit collectiebeherende instellingen’ leest u wat u zelf kunt doen.
- In de publicatie Kunst in de kou. Collectiemanagement van kunst in de openbare ruimte vindt u maatregelen voor beelden die buiten staan.
- Bespreek met de brandweer of vertraging op de sturing van nooddeuren is toegestaan. Dat zorgt voor een belangrijke barrière op de vluchtweg.
Controleer de schillen op mogelijkheden voor doorbraak
- Zijn de waardevolle objecten makkelijk mee te nemen tijdens openingsuren?
- Zijn vitrines voorzien van een goede sluiting, inbraakwerend glas en is de constructie stevig genoeg?
- Zijn de ruimtes in het gebouw bouwkundig gecompartimenteerd?
- Zijn er glazen deuren of wanden die versteviging behoeven, bijvoorbeeld door middel van een metalen rolluik?
- Is de buitenzijde van het gebouw inbraakwerend? Let op ramen, deuren en daklichten, maar ook op eensteensmuren. Voor de mate van inbraakwerendheid van bouwmaterialen is een normenstelsel ingericht.
- Is het terrein rond het gebouw goed omsloten? Struiken met stekels kunnen een goede afwering zijn.
Controleer de beveiliging
- Zijn de waardevolle objecten goed geborgd?
- Zijn waardevolle objecten beveiligd?
- Zijn de vitrines beveiligd?
- Zijn de ruimtes in het gebouw beveiligd?
- Is het gebouw als geheel beveiligd?
- Is het terrein rond het gebouw beveiligd?
- Zijn er beveiligingscamera’s op strategische punten aangebracht? Is het beeld niet geblokkeerd? Worden de beelden opgeslagen? Zijn de beelden van goede kwaliteit?
- Zijn de procedures voor alarmopvolging voor overdag en ‘s nachts goed geregeld?
-
- Voer een consequent sleutelbeheer.
- Train uw personeel; oefen procedures voor alarmopvolging en collectiehulpverlening regelmatig.
- Spreek niet met medewerkers over de aard en kwaliteit van de beveiliging.
- Wees alert op interne diefstal.
-
- Houd het terrein vrij: ladders, containers of bijvoorbeeld auto’s kunnen uitnodigen tot inbraak.
- Zorg voor op- en overklimbeveiliging.
- Zorg voor goede verlichting.
- Wees alert op eventuele signalen die duiden op voorbereiding van een inbraak.
- Heeft u buren? Spreek dan met hen af dat zij u informeren bij onraad.
-
- Inbraak en diefstal worden vaak voorbereid tijdens een of meerdere bezoeken. Let daarom op het gedrag van uw bezoekers. Constateert u afwijkend gedrag? Bespreek dit binnen uw organisatie en registreer dit als incident in DICE. Van afwijkend gedrag is bijvoorbeeld sprake als een bezoeker nauwelijks oog heeft voor de collectie, maar vooral let op nooduitgangen, camera’s, beveiligingssystemen en sloten.
- Als u over CCTV beschikt, zorg dan dat de camerabeelden van het afwijkende gedrag bewaard blijven en aan de politie overhandigd kunnen worden.
-
-
Wat te doen bij diefstal?
-
- Zet de omgeving direct af. Zorg dat iedereen wegblijft van het plaats delict totdat de politie klaar is met het sporenonderzoek.
- Doe meteen aangifte bij de politie.
- Zorg dat zo nodig medewerkers en bezoekers worden opgevangen. Schakel zo nodig Slachtofferhulp in.
- Als de diefstal een bruikleen betreft: breng bruikleengevers meteen op de hoogte.
- Als de objecten verzekerd zijn: breng de verzekeraar meteen op de hoogte.
- Meld de objecten aan bij het Art Loss Register en bij Interpol.
- Registreer de diefstal in DICE.
-
- Zorg voor één woordvoerder. Bepaal met de politie hoe u het nieuws brengt.
- Informeer de andere medewerkers van uw organisatie dat zij niet met de pers mogen praten.
- Doe geen uitspraken over de beveiliging binnen uw organisatie. Houdt u bij de feiten. Laat u niet verleiden tot voorbarige conclusies en verwijs naar het politieonderzoek.
- Doe geen uitspraken over de financiële waarde van de gestolen objecten. Focus op de cultuurhistorische waarde, op het belang van de objecten voor de collectie en op het belang voor de samenleving.
-
- Kijk wat u van de ervaringen van deze organisaties kunt leren. De RCE kan u in contact brengen met organisaties die eerder zijn getroffen door diefstal.
-
Casus Diefstal bij Museum
Ondanks een goede voorbereiding kan diefstal van een waardevol object grote impact hebben op uw organisatie. De casus ‘Diefstal bij museum’ laat aan de hand van een fictieve roof zien waar u tijdens en na zo'n incident mee te maken kunt krijgen.