Wederopbouwmonumenten

Na de Tweede Wereldoorlog heerste er woningnood. Veel woningen waren beschadigd, tegelijkertijd groeide de bevolking explosief. Dus moest er snel veel gebouwd worden.

Tussen 1940 en 1965 zijn zo'n 2,5 miljoen bouwwerken neergezet. De architectuur uit deze periode kenmerkt zich door een nieuwe kijk op wonen: woningen waarin licht, lucht en zon de ruimte krijgen en het gebruik van nieuwe materialen, zoals beton, kunststeen en prefab elementen.

Nieuwe gebouwtypen

Door nieuwe ideeën over de inrichting van de samenleving ontstaan ook nieuwe gebouwtypen: bejaardenhuizen, kruisgebouwen voor de lichamelijke verzorging, warenhuizen en winkelcentra. Kerken worden niet alleen ingericht voor de eredienst, maar vervullen ook een belangrijke rol voor het gemeenschaps- en verenigingsleven.

Waardevol erfgoed verdwijnt

De gebouwen uit de wederopbouwperiode zijn vaak economisch afgeschreven, technisch en fysiek verouderd en aan modernisering toe. Aanpassingen en hergebruik zijn meestal goed mogelijk, maar toch wordt nog regelmatig besloten tot sloop en vervangende nieuwbouw. Hierdoor dreigt waardevol erfgoed van de wederopbouw te verdwijnen.

Rijksmonumenten

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft de architectuur en stedenbouw uit de wederopbouwperiode onderzocht en gewaardeerd en heeft een kleine 200 panden de status rijksmonument toegekend. Dit zijn excellente bouwwerken in de ontwikkeling van de architectuur, bouwtechniek of voorzien van monumentale of ruimtegebonden kunst. De rijksmonumenten zijn te vinden op de Kaart Wederopbouw.