Schoorstenen van Oudewater tot Ede: door deze exemplaren komen Sinterklaas’ pakjes naar beneden
Weblog
Sinterklaas is nog een paar dagen in het land, pakjesavond is bijna daar. Een kleine moeite voor de Sint, voor kinderen een reuzengebaar. Gelukkig hebben nog veel gebouwen een èchte schoorsteen: van steen, van hout of als een spiraal. Soms torenhoog, soms versterkt, soms fel oranje - ze zijn er allemaal! U kunt hier net als Sinterklaas en zijn Pieten heel bijzondere exemplaren van dichtbij (en zelfs van boven) bekijken. Onze collega's vertellen graag waarom ze ons landschap verrijken. Helaas zorgen schoorstenen ook voor warmteverlies, maar ook op dat gebied hebben onze adviseurs een advies.
1. Boerderij met houten schoorsteen, Staphorst
Vroeger was het heel gewoon dat boerderijen een houten schoorsteen hadden. Vanwege brandveiligheid zijn de houten exemplaren door de eeuwen heen vervangen door stenen schoorstenen. Behalve in Staphorst. Veel Staphorsterboerderijen hebben nog altijd een houten schoorsteen, zoals deze boerderij aan de Gemeenteweg.
De schoorstenen van het Staphorster boerderijtype hebben een grote en wijde schouw, die langzaam taps toeloopt. Aan de binnenzijde is de schoorsteen beroet. Hierdoor is de kans klein dat er daadwerkelijk brand ontstaat. Toch wordt dat risico niet meer genomen. In de schoorstenen zijn tegenwoordig metalen buizen aangebracht.
In de brochure Brandpreventie voor historische boerderijen staat meer informatie over hoe brand bij en in boerderijen kan worden voorkomen.
2. Touwfabriek Van der Lee, Oudewater
De touwfabriek in Oudewater werd in 1545 gesticht door Jan Pietersz van der Lee. In de diverse lijnbanen van Van der Lee werd het touw handmatig ‘geslagen’. Het ene uiteinde van het garen werd vastgezet met haken, het andere op een ronddraaiend karretje gespannen. De touwen werden gemaakt van natuurvezels als vlas, hennep, manilla en sisal en waren veelal bestemd voor schepen.
Met de overstap naar stoom brak in 1880 een nieuw tijdperk aan; de stoomtouwslagerij werd opgericht. In polder Groot-Hekendorp net buiten Oudewater verrezen een nieuwe fabriek met touwbaan en een ketelhuis met schoorsteen. De 25 meter hoge schoorsteen diende als afvoerpijp van de door stoomkracht aangedreven machines.
Tot de overname in 2013 was de touwfabriek in bezit van familie Van Der Lee. Daarmee was de fabriek het langst operationele familiebedrijf van Nederland. De touwfabriek maakt nog steeds gebruik van de lijnbaan, waar trossen geslagen worden voor de visserij, watersport en replica’s van V.O.C. schepen. In de voormalige baanschuur is tegenwoordig het Touwmuseum gevestigd.
3. Het Gotische Huis, Kampen
Deze fraaie in spiraalvorm opgemetselde schoorsteen is een bijzonder en zeldzaam architectonisch detail van het Stedelijk Museum van Kampen. Dit laatgotische pand, van oorsprong het raadhuis van Kampen, werd gebouwd rond 1498-1499. Bijzonder aan dit pand is de combinatie van twee architectuurstijlen; de Nederrijnse Gotiek en Renaissance. Een brand in 1545 maakte een eerste grootschalige restauratie noodzakelijk. Vermoedelijk is de schoorsteen toen opgemetseld. Rond 1907 en 1917 werd het rijzige pand nogmaals grondig gerestaureerd door Pierre Cuypers en A.J. Reijers.
De spiraalvormige schoorsteen suggereert de beweging van de opgaande rook. Het bovenste stuk is in de andere richting gemetseld, wat de schoorsteen extra bijzonder maakt. De spiraal is als vorm in de architectuur vooral bekend van de trap die om zijn eigen as draait, en daarmee de verticale beweging accentueert.
De schoorsteen is verbonden met de rijk geprofileerde schouw in de Schepenzaal uit 1545, een van de pronkstukken van dit gebouw. Deze ruimte is sinds de voltooiing in 1545 nagenoeg onveranderd en fungeerde als bestuurscentrum en rechtbank tot 1795. Hier kwamen de Schout en de schepenen van Kampen bijeen. De ruimte werd verwarmd met een open haardvuur in een rijk gedecoreerde schouw. Bijzonder detail: bovenop de schouw kijkt Karel V, toenmalig landsheer van de Nederlanden, toe. Sinds 2009 is hier het Stedelijk Museum Kampen gehuisvest.
4. Versterkte schoorsteen van de dubbelschool, Groningen
De dubbelschool werd tussen 1926-1928 ontworpen door architect Siebe Jan Bouma en heeft sindsdien verschillende namen gehad. Bouma, stadsarchitect van Groningen, koos dikwijls voor de Amsterdamse Schoolstijl. Een rijke expressieve bouwstijl die zeer tot de verbeelding spreekt, zowel door materiaalgebruik, vorm en kleur. Deze school valt extra op door zijn hoge, expressieve schoorsteen.
De stad Groningen ligt in het zogenoemde “aardbevingsgebied”. Voor het herstel van aardbevingsschade aan monumenten in dit gebied is geld beschikbaar. Dat kan ook gebruikt worden voor de versterking van kwetsbare gebouwdelen die bij toekomstige aardbevingen risico lopen. Vanwege dit veiligheidsrisico moest ook deze schoorsteen versterkt worden. Daarbij moest de architect rekening houden met de bijzondere uitstraling van het gebouw.
Met de oorspronkelijke architectuur van Bouma als inspiratiebron – verticale en horizontale lijnen - voegde Sax Architecten op ingenieuze wijze een diagonaal lijnenspel toe. De versterking is uitgevoerd in gekleurd staal. Als je het niet weet, valt die misschien niet eens op. Als je het wel weet is het een herinnering aan het verhaal van de gaswinning in Groningen. Voor beide soorten toeschouwers is het een mooie toevoeging.
Meer weten over deze versterkte schoorsteen?
5. Warmte Krachtkoppelingscentrale, Utrecht
Er bestaat zoiets als ‘architecture parlante’, sprekende architectuur: architectuur die door haar specifieke vorm uitdrukking geeft aan de functie die zij vervult. De Warmtekrachtkoppelingscentrale van architect Liesbeth van der Pol voor de Uithof in Utrecht is hiervan een treffend voorbeeld. Om het warmtekrachtvermogen op de universiteitscampus uit te breiden, werd in 2005 naast de bestaande energiecentrale een tweede bouwvolume gerealiseerd. De vorm, afmetingen en uitvoering hiervan zijn bepaald door de technische voorzieningen die het moest herbergen. Om het geluid van de zes gasmotoren te dempen en trillingen te voorkomen is een zogenaamde doos-in-doos constructie toegepast. Een huid van cortenstaal is los om de gemetselde ruimten met de machines geplooid en loopt aan de bovenzijde uit in zes identieke schoorstenen. Zo toont dit symmetrische gebouw zich aan alle kanten als een reusachtige roestbruine sculptuur. De vorm verraadt de functie, en laat ons weer eens zien dat utiliteit en esthetiek uitstekend kunnen samengaan.
6. ENKA, de Dikke en de Dunne, Ede
Fabrieksschoorstenen waren lange tijd symbolen van welvaart en vooruitgang. Vanaf de industrialisatie in de negentiende eeuw werd menig stadsbeeld of dorpsgezicht verrijkt – maar in die tijd ook vaak verguisd – met deze industriële landmarks. Dit gold ook voor Ede, waar langs de spoorlijn vanaf 1919 een grote kunstzijdefabriek verrees: ENKA. Het fabriekscomplex is inmiddels getransformeerd tot een woonwijk, waarbij verschillende industriële monumenten zijn behouden. Zo ook de twee beeldbepalende fabrieksschoorstenen, die zo kenmerkend waren dat ze zelfs in het logo van de fabriek werden opgenomen.
[De tekst gaat verder onder de foto]
De ketelhuisschoorsteen uit 1922 in het hart van de fabriek fungeerde voor de kolengestookte energiecentrale. De in 1927 gebouwde spinnerijschoorsteen zorgde voor het afvoeren van de spingassen. Onder de werknemers werden ze ‘de dikke en de dunne’ genoemd. Met haar hoogte van maar liefst 85 meter is de spinnerijschoorsteen (de dikke) zelfs de hoogste gemetselde schoorsteen van Nederland.
Over de daken en langs de gevels van de spinnerij en blekerij liepen grote buizen, die de spingassen naar de spinnerijschoorsteen transporteerden. Omdat er oorspronkelijk geen afzuiging bestond, werden de fabrieksarbeiders de hele dag blootgesteld aan deze spingassen, met zeer pijnlijke (spin)ogen tot gevolg.
[De tekst gaat verder onder de foto's]
Houd de kou buiten met een schoorsteenballon
Door open schoorsteenkanalen van normale afmetingen stroomt zo’n 80 kubieke meter lucht per uur. De nieuwste metingen geven dat aan en dit is meer dan we tot nu toe dachten. Midden in de zomer is dat fijn om het huis langer koel te houden, maar in de winter betekent het vooral verlies. Van comfort, in de portemonnee en voor het milieu.
Schoorsteenballonnen pakken dit aan. Dit zijn sterke ballonnen van dik plastic die onder in het schoorsteelkanaal worden opgeblazen. Je ziet er dus niets van. Een goed vormgegeven ballon laat nog wel een klein beetje lucht passeren om de schoorsteen droog te houden. Belangrijk, want anders kan het fout gaan. In de zomer is het in ieder geval goed om geen ballon te plaatsen. En als Sinterklaas in aantocht is, kun je hem beter ook maar even weghalen!
Meer informatie over duurzaamheid van historische gebouwen is te vinden op de website van de Rijksdienst.