Ad Dekkers, Variaties op cirkels IV, 1965-1966

Weblog

Het Rijksmuseum is open. En omdat het in deze zomer vooral regent, een extra argument om de lange wachtrijen voor de ingang te trotseren en ‘het Rijks’ te bezoeken. Ga dan direct naar de bovenste verdieping, en volg de bordjes 1950-2000. Verbaas u nergens over. Niet over een vliegtuig, een Spartaanse stoel, een zich eindeloos herhalend filmpje van een huilende man, en spoed u meteen naar twee grote cirkelvormige kunstwerken. Eén in wit, haast onzichtbaar tegen de wand, en een in mosterdgeel, als een hangende BH van Madonna. Zijn het schilderijen, beeldhouwwerken, constructies?

Afbeelding van abstract werk van Ad Dekkers, Variaties op cirkels IV, 1965-1966
Ad Dekkers, Variaties op cirkels IV, 1965-1966, polyester, doorsnee 120 x ca. 10,5 cm, K68295

Abstract-geometrisch

Het zijn werken van Ad Dekkers (1938-1974). Dekkers wordt gerekend tot de groep abstract-geometrische kunstenaars die in het begin van de jaren zestig de lijn, vlak en vorm op een wetmatige manier ontleedden. Klare taal: rechte lijnen, heldere kleuren, duidelijke vormen. Geen kleurige verfexplosies maar één tint, vaak wit of zwart. Zijn geloofsgenoten waren Bob Bonies (1937), Jan Schoonhoven (1914-1994) en Peter Struycken (1939) met Riekje Swart (1923-2008) als hun galeriehoudster. Dekkers ging uit van de cirkel, het vierkant en de driehoek. Daarbij was het reliëf de vorm om zijn ideeën uit te drukken, en na enig experimenteren, begon hij in 1965 met het maken van reliëfs in oplage. De reliëfs werden van polyester gegoten in een mal en konden zo goedkoop worden geproduceerd. Kunst hoefde niet duur te zijn vond hij, door er seriewerk van te maken kon iedereen het kopen.

Variaties op cirkels

De grote witte cirkel (Reliëf met segment uit 1967) in het Rijks meet 120 centimeter in doorsnee. Dekkers probeerde hier de tegenstelling tussen rond en vierkant samen te brengen. Hij haalde - door een hoogteverschil van ongeveer anderhalve centimeter in het materiaal aan te brengen - een kwart uit de cirkel en maakte zo een hoek van een vierkant. Dekkers wilde vormen en vormveranderingen laten zien. Hij gaf zijn werk dan ook vaak als titel: Variatie op cirkelsVan cirkel naar vierkant of Verschoven driehoeken. Het licht is een belangrijk onderdeel van zijn werk. Niet voor niets hangt Reliëf met segment dicht bij een raam. Reliëfwerking ontstaat immers door het laten gaan en tegenhouden van licht.

Het mosterdgele werk (Variatie op cirkels IV) is een naar boven toe steeds kleiner wordende stapeling van twee cirkels van ongeveer 11 centimeter dikte, die doordat ze onder elkaar hangen het effect van de draaiing duizelingwekkend maken. Hoewel hij uitgerekend dit werk in oplage had willen maken, bleef het bij één exemplaar.

De erven Dekkers hebben in 1999 ongeveer 2200 van zijn voorstudies geschonken aan het rijk, waardoor ze bij de Rijksdienst in beheer kwamen. De meeste zijn gemaakt van papier, karton of hout. Sommigen zijn uitgewerkt, en zijn miniatuurtjes van de grote werken, andere zijn driedimensionale ‘schetsen’. Soms staat op de achterkant ‘uitvoeren’ of ‘nog een keer proberen’. Ze tonen Dekkers als een heel precies man, met een groot oog voor het kleinste detail. Of zoals zijn vriend Peter Struycken zei: een exegeet met de geometrie als levenshouding.

Abstracte compositie van cirkels binnen druppelvormige basisvorm.
Ad Dekkers, Variaties op cirkels IV in het Rijksmuseum (juli 2013)

Rijkscollectie

Ook de werken in het Rijksmuseum zijn afkomstig uit de rijkscollectie. De grote witte cirkel was een rijksaankoop uit 1985, die samen met de studie ervoor vorig jaar werd overgedragen aan het Rijksmuseum. De gele cirkel was al in 1967 aangekocht in het kader van het Belgisch-Nederlandse Culturele Accoord, dat inhield dat Nederland door België uitgezocht werk van een hedendaagse Nederlandse kunstenaar voor een Belgisch museum kocht en omgekeerd. De regeling duurde van 1946 tot 1971 en de Variatie op cirkels IV was gekocht voor het toenmalige Museum voor Hedendaagse Kunst, nu het SMAK (Stedelijk Museum voor Actuele Kunst) in Gent. Het werk had merendeels in het depot gehangen en het was een goede geste van de Vlaamse overheid het werk terug te sturen om het te laten zien in de nieuwe presentatie van het Rijksmuseum. Mocht het onverhoopt toch echt zomer worden, trotseert u de wachtrijen dan ook. Nergens vindt u zo’n koel besef van tijd en gevoel voor schoonheid.

Mij rest slechts nog een vraag: moet het werk met de cirkels boven en onder elkaar of een kwartslag gedraaid, met de cirkels naast elkaar hangen?