Roland Berning, Varkens, 1989

Weblog

Acht varkentjes op een gelige achtergrond in groen, roze/rood en wit. Met acht vlinderstrikjes, vestjes en broekhelmpjes. En acht witte bordjes met kruimels. Is het een serie met ‘zoek de verschillen’ of zijn het modernistische afbeeldingen van Bertje Big, een van de vriendjes uit het stripverhaal van Flipje van de Tielse jamfabriek ‘De Betuwe’?

Schilderij van gekleed en strikdragend varken met expressief gezicht dat een wit etensbord in poten draagt.
Roland Berning, Varkens (1989), olieverf op linnen/board, 110 x 75,5 m, inv.nr. K91014-A

Hoewel Bertje altijd schaterlachend door zijn Betuweleven stapte, ogen deze varkentjes helemaal niet vrolijk. Hun naar beneden hangende bekken en wijd opengesperde oogjes geven ze samen met de karige restanten op hun stevig vastgeklemde bordjes een licht treurig voorkomen. Hadden ze zich mooi aangekleed om naar een feest te gaan en kregen ze alleen de resten? En de mooiste, met zijn nopjes strik, heeft zelfs helemaal niets op zijn bordje… Wat is hier aan de hand? Zijn het ‘gewoon’ varkentjes of zijn ze een parodie op ‘parels voor de zwijnen werpen’?

 Hoewel Bertje altijd schaterlachend door zijn Betuweleven stapte, ogen deze varkentjes helemaal niet vrolijk. Hun naar beneden hangende bekken en wijd opengesperde oogjes geven ze samen met de karige restanten op hun stevig vastgeklemde bordjes een licht treurig voorkomen. Hadden ze zich mooi aangekleed om naar een feest te gaan en kregen ze alleen de resten? En de mooiste, met zijn nopjes strik, heeft zelfs helemaal niets op zijn bordje… Wat is hier aan de hand? Zijn het ‘gewoon’ varkentjes of zijn ze een parodie op ‘parels voor de zwijnen werpen’?

Het zal precies de bedoeling zijn geweest van Roland Berning (1956) om de toeschouwer zich die vraag te laten stellen. ‘Mijn werk moet een beetje onbetrouwbaar lijken…’, zei hij eens in een interview, ‘…ik wil dat mensen zich afvragen of ze het werk wel serieus kunnen nemen.’ Berning kreeg zijn opleiding aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en studeerde later kunstgeschiedenis. Hij kan gerekend worden tot After Naturegroep, kunstenaars die eind jaren tachtig (weer) realistische motieven schilderden. Ze grepen terug op het magisch realisme van Pyke Koch, Charley Toorop en Co Westerik. ‘Ze’ bevolkten Joost Zwagermans roman Gimmick (1989) en uitten hun figuratieve stijl in stillevens, portretten  en landschappen.

Berning nam poëzieplaatjes en (strip)verhalen als inspiratiebronnen. Hij maakte schilderijen in vreemde kleuren met kabouters, beertjes en deze varkens, dwaze voorstellingen vol onduidelijkheden. Behalve deze varkentjes heeft de Rijksdienst nog één schilderij van hem, ook uit 1989, een pop in een babyhansopje die zo uit Alice in Wonderland lijkt te zijn gestapt. De varkentjes hoeven niet perse alle acht samen te hangen, en als dat wel het geval is, doet de volgorde er niet toe. In 2005 werd de hele serie uitgeleend aan Wouter Bos, destijds minister van Financiën, die dacht dat het werk uit de Beeldende Kunstenaarsregeling (BKR) kwam, wat niet het geval was: de serie werd in 1989 aangekocht door de Rijksdienst Beeldende Kunst, de voorganger van de huidige Rijksdienst. Van 2010 tot 2012 hingen er drie op de kamer van minister van Immigratie, Integratie en Asiel, Gerd Leers. Nu hangen ze alle acht in de kantine van de Rijksdienst in Amersfoort. Wat hun betekenis ook is: eet smakelijk!