Jan van der Vaart, Tulpenvaas,1964
Weblog
Dit object heeft iets weg van een motorblok. De diepbruine, enigszins plompe vorm lijkt op een cilinderhuis en de naar boven stekende tuiten doen denken aan drijfstangen. Maar het is een tulpenvaas, strak en geometrisch, zonder decoraties en met een effen glazuur, typerend voor het werk van Jan van der Vaart (1931-2000) .
Van der Vaart, een van de invloedrijke keramisten van de 20ste eeuw, volgde een paar lessen pottenbakken aan de Vrije Academie in Den Haag, en ging vervolgens zelfstandig aan de slag als keramist. Hij ontwierp het liefst vazen, unica, niet als experimenten maar als bruikbare vormen. Daar is deze tulpenvaas een voorbeeld van: een vaas voor echte tulpen in vers water. Het middenstuk is handgedraaid, want aan de buitenkant zijn de draairingen nog goed te herkennen. Misschien heeft hij voor de tuiten mallen gebruikt en ze daarna met de hand afgewerkt. Ze verschillen onderling duidelijk in hoogte en verhoudingen.
In 1967 stapte hij af van de unica en begon hij zijn ontwerpen in veelvoud te gieten, waardoor ze voor een groter publiek toegankelijk werden. Vanaf 1984 liet hij ze in serie produceren door het Duitse bedrijf Rosenthal AG. Hij inspireerde met zijn vernieuwende geometrische stijl een hele generatie jonge keramisten, zeker nadat hij in 1968 docent aan de Rietveldacademie was geworden.
In 2008 is in museum Het Prinsessehof in Leeuwarden Van der Vaarts atelier heropgebouwd. De erven hebben de inventaris, compleet met modellen, producten, gietmallen, draaischijf, kneedmachine, spuitcabine, oven en een kast met pigmenten voor het glazuur te leen gegeven. Op de achtergrond is een radio-interview uit 1997 met hem te horen, waarin hij vertelt over zijn ideeën en manier van werken.
De Rijksdienst heeft 62 objecten van hem. Vele zijn uitgeleend aan de residentie van de Nederlandse ambassadeur in Tokio. Deze tulpenvaas siert de kamer van de directeur van de Rijksdienst. Van der Vaart zou het een grote eer hebben gevonden.