Ramon Bunsee, Tassen vol armoede, 1982

Weblog

Wat doet ze daar met The New York Times over haar knieën? Streept ze aanbiedingen aan voor koopjes in de supermarkt? Noteert ze het adres van een daklozenopvang? Bekijkt ze het weerbericht voor als ze vannacht weer buiten slapen moet? Of schrijft ze een brief aan een familielid met het verzoek om wat geld te sturen? De oude vrouw zit buiten, tegen een gevel, met om haar heen haar hele hebben en houden in twee papieren tassen, oude kranten en nog wat afval. Ze gaat helemaal op in haar bezigheid, en lijkt zich van de omgeving niet bewust.

Schilderij van vrouw zittend op stoeprand, vooroverbuigend over te lezen krant. Naast haar boodschappentassen gevuld met kranten.
Ramon (R.W.E.) Bunsee, Tassen vol armoede, 1982, olieverf op doek, 154,2 x 204,5 cm, inv.nr. DV8981

Wat doet ze daar met The New York Times over haar knieën? Streept ze aanbiedingen aan voor koopjes in de supermarkt? Noteert ze het adres van een daklozenopvang? Bekijkt ze het weerbericht voor als ze vannacht weer buiten slapen moet? Of schrijft ze een brief aan een familielid met het verzoek om wat geld te sturen? De oude vrouw zit buiten, tegen een gevel, met om haar heen haar hele hebben en houden in twee papieren tassen, oude kranten en nog wat afval. Ze gaat helemaal op in haar bezigheid, en lijkt zich van de omgeving niet bewust.

Ramon Bunsee werd geboren in Suriname. Hij kwam uit een artistiek nest en vertrok toen hij 21 was naar New York. Daar volgde hij een opleiding tot reclameschilder, waarna hij veel opdrachten kreeg van Shell. In 1961 ging hij terug naar Suriname. Belettering en afbeeldingen op lichtbakken waren zijn specialiteit. Hij had een enorme klantenkring en beleefde gouden tijden met zijn reclameborden voor Surinaamse politieke partijen. Met de onafhankelijkheid van Suriname in zicht vertrok hij naar Nederland, en ook hier was hij heel succesvol als reclameschilder. Maar hij wilde meer en vooral anders, en hij begon met olieverfschilderijen. Bunsee had een uitgesproken hekel aan abstracte kunst en schilderde met overtuiging figuratief: grote doeken met vrouwen en kinderen die hij symbool liet staan voor het leed in de Derde Wereld. Hij zei dat zijn ‘gedwongen’ vertrek uit Suriname hem belette vrolijk werk te maken.

Bunsee verkocht dit werk en nog dertien andere via de Beeldende Kunstenaarsregeling (1949-1987) aan de Staat. Daarvan heeft de Rijksdienst er in de jaren 90 van de vorige eeuw twaalf weggeschonken. Hij keerde in de jaren 80 toch weer naar zijn geboorteland terug, waar hij opnieuw als reclameschilder aan de slag ging. Maar hij kon er niet meer van rondkomen en vertrok met vrouw en kinderen naar een dorp in het buurland Frans-Guyana waar zijn schoonzus een hotel runde. Hier had hij het monopolie op reclameschilderingen. Hij stierf als een gelukkig mens.