Debora Duyvis, De vissershaven van Concarneau, 1930
Weblog
Debora Duyvis werd geboren in 1881 in Amsterdam. Tegen de zin van haar welgestelde ouders ging ze op 25-jarige leeftijd naar de Rijksacademie. Daar bekwaamde ze zich in grafische technieken, vooral in de burijngravure, waarmee ze boekomslagen, ex librissen en gelegenheidsprenten maakte. Ze begon haar werkzame leven met het maken van portretjes, maar wilde al snel haar horizon verbreden.
Zelfstandig karakter
Tijdens lange reizen in Frankrijk, Spanje en Italië deed ze inspiratie op voor haar grafiek van berglandschappen, figuren in regionale klederdrachten en havenstadjes. Dat de kunstenares zich in de Tweede Wereldoorlog niet aanmeldde bij de Kultuurkamer, een verplichting voor alle kunstenaars, getuigt van haar zelfstandige karakter en moed. En toen ze in die jaren ontdekte dat haar werk toch op een tentoonstelling was te zien, liet ze het terstond weghalen.
Concarneau
Voor deze gravure heeft Duyvis zich laten inspireren door de bedrijvigheid in Concarneau, een havenstadje in het zuiden van Bretagne, met een visafslag, scheepswerven en een flinke plaatselijke vloot. Er wordt gevist op zeeduivel en rode poon, en zo te zien ook op tonijn, prachtige gladde vissen met hun kenmerkende diep gevorkte staarten. Linksonder tonen twee vissers hun waar aan een paar vrouwen, in het midden wordt een bootje leeggehaald en rechtsboven flitst het licht van de vuurtoren op. Helemaal bovenaan is het oudste deel van het stadje, het ommuurde La Ville Close, afgebeeld, op een eilandje in de natuurlijke haven, met slechts één brug aan het vasteland verbonden.
Een kostelijke plaat
In Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift uit 1933 werd de gravure lyrisch beschreven: ‘Een kostelijke plaat is ontstaan, die men langzaam moet bekijken om er de fijne, moderne hoedanigheden van een strakke rythmische lijnwerking, gepaard aan een levend verhalende figuratie, in te vinden. De waarde van haar werk ligt voor een niet gering deel in die krachtige, technisch-zuivere qualiteiten, waaraan de levende werkelijkheid van het gegeven in geen enkel opzicht werd opgeofferd.’
Rijkscollectie
De gravure was in 1933 een van de eerste aankopen voor de collectie van het rijk. Later kwamen er nog zestien bij, waarvan er zeven werden overgedragen aan het Rijksprentenkabinet. Deze ‘kostelijke plaat’ bleef in de collectie. Langzaam bekijken!