Vrijheid

Weblog

De eigenzinnige schilder/graficus Aad de Haas is misschien de enige Nederlandse kunstenaar die vanwege zijn kunst in de Tweede Wereldoorlog gevangen heeft gezeten.

Grafische voorstelling van man aangevallen door een katachtige in een kooi
Aad de Haas (1920-1972), Oppasser aangevallen in een kooi, ca. 1940, houtsnede, 17,3 x 19,2 cm, inv.nr. K1716-B

 De Haas, die zijn opleiding kreeg aan de Academie in Rotterdam, had een rebellerende inborst. Hij registreerde zich niet bij de Kultuurkamer, maar ging toch door met exposeren. Niet alleen daarom trok zijn tentoonstelling bij kunsthandel Leen van Zanten in 1943 de aandacht van de Duitsers. Al die monsters met hakenkruisen, uitgemergelde mensen en dode clowns was in hun ogen ‘ontaarde’ kunst en de maker een gevaar voor de samenleving. De Haas werd geïnterneerd en zijn atelier leeggehaald. 

Na zijn vrijlating in 1944 dook hij onder in Zuid-Limburg, waar hij zijn hele leven bleef wonen. Hij trok zich niets aan van de nieuwe ontwikkelingen in de kunst en bleef doorwerken in zijn eigen, figuratieve expressionistische stijl in felle kleuren. Erotische scènes en naakten waren zijn specialiteit.

Affiche met de tekst: Aad de Haas van 3 tot 23 december 1960, Kunstzaal Magdalene Sothmann, 284 N.Z. Voorburgwal , Amsterdam. Daarboven zelfportret van man met baard en in gestreept hemd die een schilderspalet vasthoudt voor een spiegel.
Aad de Haas (1920-1972), Affiche met zelfportret, 1960, 70 x 48 cm, inv.nr. ABAF191

In 1947 voltooide hij schilderijen en zestien kruiswegstaties voor het Sint Cunibertuskerkje van Wahlwiller en in 1949 linosneden voor het boek van de priester/kunstenaar Gerard Mathot Jesus’ lijden: meditaties. Het bisdom Roermond eiste de verwijdering van de kruiswegstaties en op last van het Vaticaan werden alle exemplaren van het boek vernietigd. Op Goede Vrijdag 1949 haalde de kunstenaar de kruiswegstaties eigenhandig uit de kerk. Pas na zijn dood werden ze teruggeplaatst en werd De Haas gerehabiliteerd. Vrijheid is een groot goed.