Wolkenluchten boven een lappendeken van laagland en sloten – dat is al eeuwen het beeld van Nederland. Maar hoe lang nog? De veenweidegebieden staan onder druk. Het vergt steeds meer inspanning om de voeten droog en de veenpakketten nat te houden.
Veenweidegebieden: verdroging en vernatting
Aan de veenweidegebieden zitten twee kanten. Om als landbouwgrond te dienen moet de bovenlaag ontwaterd worden. Dat leidt tot verdroging, waardoor de bodem inklinkt, daalt en er flink wat CO2 vrijkomt.
Een hoog grondwaterpeil houdt veen in goede staat. Het zet een rem op de bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen. Maar evenzeer op de praktische toepasbaarheid van de gebieden.
Mix van functies
Het veenweidelandschap moet plaats bieden aan waterbeheersing, duurzame energieproductie, alternatieve (natte) teelten, circulaire (natte) veeteelt, natuur, recreatie en zorg. Deze mix van functies roept de vraag op: hoe behouden we de karakteristieke openheid, verkaveling, lintdorpen en archeologie voor toekomstige generaties? Dat kan door de functies in te passen in het historische landschap. Het gebied kan de uiteenlopende belangen verbinden. Ze verschillen, de belangen van agrariërs, natuurbeschermers, vogelaars, wandelaars, waterschappen en overheden. Maar in het veenweidelandschap komen ze samen, zij het in een wankel evenwicht.
Rijksdienst biedt kennis en advies
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) helpt de tastbare historie te bewaren en begrijpen. Dat gebeurt onder andere door deelname aan www.kennisprogrammabodemdaling.nl, dat kennis verzamelt over bodemdaling, broeikasgassen en alternatieve teelten in veenweiden. En door die kennis in te brengen bij de discussies over de inrichting van de veenweidegebieden. Die zijn uniek in de wereld; eenmaal verdwenen komen ze niet terug. Dat maakt ze kwetsbaar, zeker nu Nederland zo woekert met de beschikbare ruimte. De RCE helpt hun cultuurhistorische waarde te bewaken.