Mo(nu)ment van vrede
Weblog
In 1981 riepen de Verenigde Naties 21 september uit tot Internationale Dag van de Vrede. De afgelopen jaren lijkt het ideaal van vrede juist verder van ons afgeraakt. Deze Internationale Dag van de Vrede is daarmee des te relevanter. Onze adviseurs Architectuurhistorie selecteerden ter gelegenheid daarvan gebouwd en groen erfgoed dat verbonden is met thema’s als vrede, dialoog en verzoening.
Van vredesconferenties tot veerkrachtige bomen en van paleizen tot kerken - het erfgoed in deze blog herinnert aan de inzet voor vrede en gerechtigheid en de hunkering van de mensheid om in harmonie te kunnen samenleven.
Kasteel Doorwerth: de veerkracht van een eeuwenoude acacia
Op het voorplein van Kasteel Doorwerth staat een majestueuze acacia. Deze boom is geplant ter herinnering aan de Vrede van Nijmegen in 1678. Maar de boom heeft zelf ook heel wat meegemaakt.
Na het rampjaar 1672 en vele oorlogen, begonnen in 1676 vredesonderhandelingen tussen de strijdende partijen. Op 11 augustus 1678 werd in Nijmegen de vrede getekend tussen de Republiek der Verenigde Nederlanden en Frankrijk. Om dit te vieren werd een jachtpartij georganiseerd vanuit Kasteel Doorwerth. Ter herinnering aan deze gebeurtenis werden op de voorburcht drie acacia’s geplant. Twee van de drie bomen sneuvelden al rond 1880. De enig overgebleven acacia hield dapper stand en overleefde zelfs de Slag om Arnhem in 1944. Het kasteel en omgeving lagen toen volledig in puin en ook de acacia raakte zwaar beschadigd met een geheel verwoeste kroon. Maar de boom bleek veerkrachtig en bloeide verder. Nu is het de oudste acacia in West-Europa en met een stamomvang van 7 meter ook de dikste van ons land.
De Prinsentuin: het einde van de 80-jarige oorlog
Rondom de stad Leeuwarden ontstonden in de 15e eeuw de eerste verdedigingswerken, zoals wallen en grachten. Gedurende de 80-jarige oorlog, die uitbrak in 1568, werd de stadsbescherming uitgebreid. Tijdens wapenstilstanden met de Spanjaarden bouwden de prinsgezinde Leeuwardenaren verschillende bastions, ook wel dwingers genoemd.
In 1648 kwam met de vrede van Münster een einde aan de oorlog met de Spanjaarden. De Friese Stadhouder Willem Frederik verzocht het stadsbestuur om de Doeledwinger, een bastion aan de noordzijde van de stad, om te vormen tot een lusthof om te vieren dat de oorlog was afgelopen. Op deze manier ontstond de tuin die nu bekend staat als de Prinsentuin.
Door de jaren heen werd de tuin steeds aangepast en ging de stijl met de tijd mee: van renaissancetuin tot classicistische tuin. Vanaf 1795 werd het park al opengesteld voor publiek. In de eerste helft van de 19de eeuw nadat Koning Willem I het park overdroeg aan de stad heeft Lucas Pieters Roodbaard het park in een romantische landschapsstijl veranderd. Nog steeds is de Prinsentuin een populaire plek om te wandelen en te ontspannen.
Huis ten Bosch en de eerste internationale Vredesconferentie
De eerste internationale vredesconferentie in 1899 was een initiatief van tsaar Nicolaas II van Rusland als reactie op de toenemende wapenwedloop in Europa. Via de weg van de dialoog en het sluiten van verdragen wilde hij oorlogen en hun ellendige gevolgen voorkomen. De tsaar koos voor Nederland vanwege een traditie van neutraliteit, goede bereikbaarheid en familiebanden: hijzelf en koningin Wilhelmina waren beiden achterkleinkinderen van tsaar Paul I. Als erevoorzitter van de vredesconferentie stelde Wilhelmina Huis ten Bosch beschikbaar als vergaderlocatie. Tijdens de conferentie maakten 26 staten afspraken over de wijze van oorlogvoering en het afwijzen van bepaalde soorten wapens en munitie.
De Haagse Ridderzaal en het Congres van Europa
Als vervolg op deze eerste vredesconferentie werd in 1907 een tweede georganiseerd. Aan deze conferentie, die in de Ridderzaal bijeenkwam, namen bijna alle toenmalige staten deel. Er werd een reeks van verdragen opgesteld, waaronder een Verdrag voor de vreedzame regeling van internationale geschillen. Een nieuwe conferentie in 1915 kwam niet meer van de grond, nadat in 1914 de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken.
Na de Tweede Wereldoorlog vormde de Ridderzaal opnieuw het toneel van een conferentie die van grote invloed zou zijn op de vrede in Europa. Van 7 tot 11 mei 1948 kwamen 750 vertegenwoordigers uit 26 landen bijeen voor het Congres van Europa onder voorzitterschap van Winston Churchill. Hij deed een indringende oproep om oorlog en verdeeldheid voorgoed uit het Europees continent te bannen en door samenwerking stabiliteit en vrede te waarborgen. Deze bijeenkomst leidde tot de oprichting van de Raad van Europa.
Het Vredespaleis: waar staten vreedzaam geschillen oplossen
Al tijdens de vredesconferentie in 1907 was de eerste steen gelegd voor het Vredespaleis, het gebouw dat bij uitstek staat voor Den Haag als stad van vrede en recht. In het paleis kwam het Permanente Hof van Arbitrage, dat geschillen tussen landen vreedzaam moest oplossen, en een grote bibliotheek voor internationaal recht. De bouw ervan werd mogelijk gemaakt door de Amerikaanse weldoener Andrew Carnegie, die het voor die tijd enorme bedrag van 1,5 miljoen dollar beschikbaar stelde. Tijdens een prijsvraag met 216 inzendingen werd het traditionalistische ontwerp van Louis Cordonnier uitgekozen om gerealiseerd te worden.
Ook voor de tuin was een prijsvraag, die gewonnen werd door de Britse tuinarchitect Thomas Mawson. Het paleis, de aankleding en de tuin weerspiegelen het internationale karakter. Tal van onderdelen zijn geschonken door de landen die deelnamen aan de vredesconferenties.
In de tuin van het Vredespaleis verbeeldde Mawson de vredesgedachte op tal van manieren. Hij creëerde een oase van vredige rust in de stad en koos voor bomen en heesters met kleine bladeren, zodat er zoveel mogelijk licht in de tuin viel. De grote vijver moest staan voor het water als bron van leven. Planten met scherpe doornen vermeed hij zoveel mogelijk, al was dat lastig voor het rosarium waar de rozen de liefde symboliseren.
De Laurenskerk: Vrede & Verzoening in glas
In de monumentale Laurenskerk in Rotterdam werd in september 2021 het raam ‘Vrede & Verzoening’ onthuld door prinses Beatrix. Dit bijzondere raam herdenkt het bombardement van Rotterdam door Duitse bommenwerpers op 14 mei 1940. Van de Laurenskerk stonden daarna alleen nog de muren en toren overeind. Na de oorlog werd de kerk weer opgebouwd. In december 1968 was het herstel voltooid.
Begin 21ste eeuw werden er plannen gemaakt om in de kapellen naast het hoogkoor gebrandschilderde ramen aan te brengen. Een van de kunstenaars die een ontwerp aanleverde was Janneke Viegers uit Amsterdam. Om haar ontwerp om te zetten in een gebrandschilderd raam moest een volledig nieuwe techniek worden bedacht. De Tilburgse glazeniers Stef Hagemeier en Jan Hein van Stiphout versmolten gekleurde glaskorrels, waarmee kleurvlakken werden gemaakt. Omdat op het onregelmatig oppervlak van het samengesmolten glas niet kon worden gebrandschilderd, is er een extra glasplaat geplaatst met de tekening. Dit is het eerste raam ter wereld dat op deze manier tot stand is gekomen.
Het indrukwekkende geheel wekt door de oranjerode kleuren de illusie dat de Laurenskerk weer in brand staat en herinnert daarmee aan de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog, maar ook aan de daarop volgende verzoening. Onder het raam hangt het zgn. Coventry Cross of Nails, een symbool voor vrede en verzoening, afkomstig uit de in 1940 ook door bommen verwoeste kathedraal van Coventry. Nog steeds wordt hier elke vrijdag gebeden voor de vrede.
Erfgoed als agent voor vrede
Vandaag de dag wordt cultureel erfgoed internationaal gezien als een belangrijke ‘agent’ voor het bereiken van duurzame vrede in de wereld. Het Haagse verdrag voor de bescherming van cultuurgoederen in geval van een gewapend conflict is onderdeel van het oorlogsrecht en bedoeld om vernietiging van erfgoed tijdens oorlogen tegen te gaan. Door erfgoed zoveel mogelijk veilig te stellen wordt voorkomen dat conflicten verder escaleren. Nederland heeft internationaal van meet af aan bij de uitvoering van dit Unesco-verdrag een voortrekkersrol gespeeld, en is nog altijd zeer actief.
De NAVO stelt zich de laatste jaren actief op bij het beschermen van cultureel erfgoed en stimuleert dat militairen worden getraind in erfgoedbescherming. Dat komt de effectiviteit van krijgsmachten en de beheersing van conflicten zeer ten goede, en daarmee de kans op vrede. Ook UNESCO zelf, de EU en OVSE en tal van internationale culturele organisaties en universiteiten hebben programma’s, projecten en activiteiten rond erfgoed en vrede. Zo wordt oorlogsschade aan erfgoed geregistreerd vanuit satellieten, aangevuld met data uit andere bronnen.
Ook na beëindiging van gewapende conflicten kan erfgoed worden ingezet om gerechtigheid en stabiliteit in getroffen landen te bevorderen, bijvoorbeeld door restitutie van geroofd erfgoed en vervolging van schendingen van het oorlogsrecht ten aanzien van erfgoed. Cultuur en erfgoed kunnen zo helpen om de dialoog tussen strijdende partijen op gang te brengen en vertrouwen te herstellen.