Te land, ter zee en in de lucht

Weblog

Op zaterdag 14 en zondag 15 september is het Open Monumentendag. Dit jaar is het thema ‘Erfgoed van routes, netwerken en verbindingen’. Speciaal hiervoor lichten onze architectuurhistorici in deze blog vijf verrassende onderwerpen uit die te maken hebben met dit thema. Zoals rolpalen, die zijn uitgevonden toen mensen zich verplaatsten via trekschuiten, of de wereldberoemde Afsluitdijk. Maar ook de zendmast van Lopikerkapel. Allemaal rijksmonumenten. 

Trekvaarten en rolpalen

Vanaf de 17e eeuw werden tussen de steden in laag Nederland speciale trekvaarten aangelegd met jaagpaden, waarop personenvervoer plaatsvond volgens een dienstregeling. Tot die tijd verplaatste men zich over grotere afstanden vooral te paard of soms met paard en wagen over onverharde wegen. De trekvaarten betekenden een ware revolutie en het succes ervan werd pas overtroffen met de aanleg van de spoorwegen. Op plaatsen waar de waterwegen een bocht maakten, stond een rolpaal. Zulke rolpalen, ook wel draaipaal, jaagpaal of rollepaal genaamd, werden gebruikt als hulpmiddel. De lijn tussen trekschuit en de trekker, paard of mens, legde men dan om zo’n paal heen. Door het geven van tegenroer zorgde de schipper ervoor dat het schip de bocht kon maken zonder de kant te raken.

Op verschillende plekken zijn in Nederland nog rolpalen te vinden, maar ze zijn inmiddels zeldzaam. Zes 19e-eeuwse rolpalen, in Groningen en Friesland, zijn beschermd als rijksmonument. Ze vormen een herinnering aan de bloeiende trekvaart via kanalen.

Een wonder in Eindhoven

Vlakbij het gehucht Welschap op de Strijpse Heide aan de rand van de stad Eindhoven is in 1932 een vliegveld aangelegd. Het vliegen leek wel een wonder. Mensen en goederen gingen samen om in rook op, om even zo goed later weer te verschijnen. En dat zonder wegen, water, paard, fiets of auto. Een week lang kwamen ruim 64.000 mensen het mirakel aanschouwen. Onder hen waren bestuurders en industriëlen, zoals bijvoorbeeld Frits Philips. Ook de geestelijkheid maakte een luchtdoop en bekeek haar parochies ‘vanuit een hemelsch standpunt’. Ieder was vol lof over ‘ons Welschap als poort naar de rest van de wereld’. Op 11 mei 1935 werd het stationsgebouw met douanekantoor en restaurant naar ontwerp van Dirk Roosenburg officieel in gebruik genomen. En werd de eerste internationale vliegdienst Eindhoven-Brussel geopend. In mei 1940 kwam de luchthaven in Duitse handen. De luchthaven bleef na de oorlog in militair gebruik, maar ook de burgerluchtvaart werd weer opgestart. De luchthaven werd verplaatst in de jaren ’90 om plaats te maken voor de woonwijk Meerhoven. Enkele historische gebouwen zijn behouden gebleven.  

De wereldberoemde Afsluitdijk

De 92 jaar oude Afsluitdijk is uniek en wordt op het gebied van waterbouwwerken gezien als een van de hoogtepunten van de 20e eeuw. De 32 kilometer lange dijk, die Friesland en Noord-Holland met elkaar verbindt, beschermt het voormalige Zuiderzeegebied bij stormvloed. In 1920 werd gestart met de eerste werkzaamheden en in 1932 werd na jaren van hard werken het laatste gat in de Afsluitdijk gedicht. Op deze plaats werd het door W.M. Dudok ontworpen Vlietermonument opgericht.

Bij het ontwerp en de aanleg van de Afsluitdijk, een ontwerp van Cornelis Lely, moest met tamelijk eenvoudige middelen worden gewerkt. Mede daarom is er wereldwijd nog steeds bewondering voor het vakmanschap waarmee het gedurfde project werd uitgevoerd. Het bevestigde de vooraanstaande positie van Nederland op het gebied van waterbouwwerken. In 2019 is gestart met de versterking van de Afsluitdijk. De Rijksdienst draagt hieraan bij met kennis en advies met als doel de monumentale onderdelen op dijk zo goed mogelijk mee te nemen in de versterkingsopgave.

Bombestendig zendstation

Aan de Biezendijk 3 in Lopikerkapel staat het in 1939-‘40 gebouwde zendstation van de NOZEMA, voluit de N.V. Gemengd Bedrijf Nederlandse Omroep Zender Maatschappij. Het gebouw vertegenwoordigt een belangrijke stap in de geschiedenis van de landelijk georganiseerde radiouitzending.

Door de steeds grotere ontwikkeling van de radio was eind jaren ’20 een steeds grotere behoefte aan een publiek zendstation ontstaan. Om dit te exploiteren werd in 1935 Nozema opgericht, waarvan de aandelen in hand van de staat en de grote omroepverenigingen waren. Nozema startte met twee radiozenders. Als vestiging werd gekozen voor Lopikerkapel, centraal in het land. Ingenieursbureau Dwars, Heederik en Verhey en de Amersfoortse stadsarchitect C.B. van der Tak maakten het ontwerp. Het resultaat is een gebouw in zogeheten Dudok-stijl, een zakelijk expressionistische vormgeving in baksteen. Het interieur is vooral functioneel ingericht, maar er is uitgepakt met een prachtige entreehal met een muurschildering van Peter Alma, een trap met leuningen voorzien van gegraveerde glasplaten en een fraai ingerichte directiekamer.

Met het oog op de oorlogsdreiging werden ook enkele defensieve eisen aan het gebouw gesteld zoals een staalskelet, dikke muren, een gasbombestendig dak, een onopvallende kleur bouwsteen en hoge, smalle ramen tegen scherfwerking van granaten. Voordat het geheel gereed was, vielen de Duitsers ons land binnen. Ze confisqueerden het nieuwe zendergebouw, voltooiden het en gebruikten het gedurende de oorlog voor hun eigen doeleinden. Na de oorlog deed het gebouw nog dienst tot 2009, waarna het leeg kwam te staan. Op dit moment is er een tijdelijk gebruik als zaalverhuur. Naar een definitieve functie wordt nog gezocht.

Reis terug in de tijd

Wie tegenwoordig de tram wil nemen, moet in één van de vier grote steden zijn. Een eeuw geleden was dat wel anders: het Nederlandse spoor- en tramwegennet was toen op zijn hoogtepunt en door het hele land waren regionale tramlijnen te vinden. Ook in Zeeland. Hier werden in 1927 drie tramlijnen geopend door de Spoorweg-Maatschappij Zuid-Beveland. Niet alleen voor passagiers, maar ook voor goederenvervoer.

Een gedeelte van deze spoorbaan ligt er nog en is beschermd als rijksmonument. Net als de bijbehorende gebouwen zoals een remise, vijf tramstations met goederenloodsen, een enkel perron en een weegbrug met weeghuisje. 

Nadat -door de opkomst van de autobus- eerst het personenvervoer werd opgeheven en later ook het goederenvervoer, is het sinds 1972 een museumspoorlijn. Op het museumterrein van de stichting Stoomtrein Goes-Borsele kun je de spoorsfeer van vervlogen tijden beleven. Of check de dienstregeling en stap in één van de historische stoom- en dieseltreinen voor een nostalgische treinreis.