Onderzoek naar synthetisch organische pigmenten in water- en olieverf
Weblog
In het kader van het programma Erfgoed van de 20e eeuw publiceert de RCE een serie blogs over lopende onderzoeken. Eerder werd al een blog over het onderzoek naar moderne pigmenten in het Groninger Museum geplaatst. Dit blog gaat in op het promotieonderzoek van Rika Pause, momenteel verbonden aan het Rijkserfgoedlaboratorium.
Rika legde in een tentoonstelling over de Middeleeuwen uit aan haar vader waar ze zich als onderzoeker mee bezig houdt. Ze wees op een volledig bruin schilderij en vertelde dat ze verwachtte dat delen ervan ooit groen waren, omdat tijdens het moment van vervaardiging pigmenten uit koper werden gewonnen. Lichtgevoelige pigmenten oxideren na passeren van tijd en de koperkleuren worden bruin. In de drie jaar van haar promotieonderzoek richt Rika zich echter niet op Middeleeuwse schilderijen, maar op nieuwe pigmenten, zogenaamde synthetisch organische pigmenten. Deze zijn gebruikt voor olieverf en waterverf in de periode 1910-1955. In dit kunsttechnologische onderzoek wordt specifiek naar schilderijen uit Nederlandse collecties gekeken, werken waarin veel verschillende en felle kleuren gebruikt zijn.
[Tekst gaat verder onder de foto]
Er is weinig informatie over het daadwerkelijke gebruik van vroege synthetische organische pigmenten in kunstvoorwerpen, vooral die van vóór 1950. Hun aanwezigheid kan echter een uitdaging vormen voor de conservering van kunst, omdat hun chemische samenstelling, lichtechtheid en gevoeligheid voor oplosmiddelen vaak onbekend zijn. Het doel van Rika’s promotieonderzoek is dan ook om een beeld te schetsen van de te verwachten vroege synthetisch organische pigmenten in kunstobjecten, hoe deze geïdentificeerd kunnen worden en wat dat voor de conservering en restauratie van deze objecten zou kunnen betekenen.
Onderzoek in drie stappen
Het onderzoek van Rika bestaat uit drie concrete stappen:
1. De namen die zijn toegekend aan synthetisch organische pigmenten en de materiaalkeuze van de fabrikanten in de context van de tijd. Op basis van Amerikaanse en Duitse encyclopedieën met pigmenten kon Rika ongeveer 50.000 namen herkennen; productnamen die een kleur, maar niet een chemische structuur beschrijven.
2. De samenstelling van pigmenten in verf. Met het gebruik van de inventaris uit de jaren 1926-1940 van fabrikant Talens kan gematcht worden welke kleurstoffen zijn aanbevolen voor welke pigmenten.
3. Het ontdekken van pigmenten op schilderijen op een non-invasieve wijze, dus waarbij het schilderijoppervlak niet wordt aangetast.
Als eindproduct van haar onderzoek wil Rika een boek uitbrengen waarin de moderne organische pigmenten worden beschreven.
Pigmenten duiden
Veel geschreven bronnen voor het onderzoek komen uit archieven van Duitse fabrikanten die hun producten leverden aan verffabrikant Talens. Talens is een bijzondere casus door de zorgvuldigheid waarmee het archief van de verffabriek is bijgehouden. Het opslaan van de recepturen en andere bronnen was geen verplichting, maar blijkt uniek doordat er in de Tweede Wereldoorlog en daarna veel bronnen bij andere fabrikanten verloren zijn gegaan of zelfs simpelweg zijn weggegooid. De gedetailleerde archivering uit de periode van Rika's onderzoek loopt gelijk op met de opkomst van patentering in de jaren 1920.
Het duiden van specifieke pigmenten leert ons veel over de herkomst van een werk en de werkwijze van kunstenaars. Tijdens het onderzoek naar schilderijen van De Ploeg in het Groninger Museum ontdekte Rika bijvoorbeeld dat een blauw pigment in het portret Kirchner in het atelier van Jan Wiegers overeenkwam met een zeer zeldzaam pigment in een ander portret van Ernst Ludwig Kirchner, die Jan Wiegers portretteert. Het vermoeden is dat de twee kunstenaars hetzelfde pigment hebben gebruikt en naar alle waarschijnlijkheid samenwerkten in het atelier van een van de kunstenaars.
[Tekst gaat verder onder de foto]
Rika's wiki-wens
In het verleden zijn meerdere kleurtheorieën ontwikkeld, zoals Johann Wolfgang von Goethe’s theorie beschreven in het boek Zur Farbenlehre uit 1810 en Wilhelm Ostwald’s publicaties over kleurentheorie.
Wat nog ontbreekt is een uitgebreide wikidatabase. En dat is de grote wens van Rika als ze haar promotieonderzoek af heeft: "Eén omgeving waarin alle resultaten van onderzoek naar synthetisch organische pigmenten in verf en schilderijen worden verzameld en bij elkaar gebracht. Een dergelijke database kan worden gebruikt voor onderzoek, onafhankelijk van scheikundigen, kunsthistorici en restauratoren. Niet alleen zijn hierin dan resultaten te vinden, ook brononderzoek wordt in deze database mogelijk omdat het een beeld geeft van materiaalkeuze en -gebruik in de 20e eeuw. Zo kan de kennis van conservering van moderne kunst naar een hoger niveau worden gebracht."
Lees meer over het programma Erfgoed van de 20e eeuw.