Landelijk afwegingskader verduurzamen rijksmonumenten voor gemeenten
De wens om te verduurzamen is groot onder monumenteigenaren. De druk op gemeenten qua vergunningverlening is hierdoor enorm toegenomen. Om gemeenten te ondersteunen heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) in goede afstemming met de Federatie Grote Monumentengemeenten (FGM) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een geïllustreerd afwegingskader opgesteld over de verduurzamingsingrepen bij (woonhuis)monumenten. Ook de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) is gevraagd om mee te kijken.
Onder de partijen is draagvlak voor een afwegingskader dat bijdraagt aan een meer uniforme afweging van duurzaamheidsingrepen in monumenten. Belangrijk daarbij is dat dit geen afbreuk doet aan de beleidsvrijheid van gemeenten, er voldoende aandacht is voor kwaliteit en het bij bijzondere gevallen ruimte laat voor het benodigde maatwerk.
Terugkijken Q&A webinar Afwegingskader Verduurzaming Monumenten (1:20:04)
Verduurzaming van monumenten blijft maatwerk
Het afwegingskader is uitdrukkelijk niet bedoeld als een dwingend toetsingskader of als een stel voorgeschreven oplossingen. Het afwegingskader heeft als doel de eenduidigheid, helderheid, navolgbaarheid en transparantie bij de afweging en beoordeling van duurzaamheidsingrepen in monumenten te verbeteren. Het afwegingskader zet de lijnen uit, maar als de specifieke situatie daar aanleiding toe geeft, is er altijd de mogelijkheid om hier gemotiveerd van af te wijken.
Voor wie is het afwegingskader bedoeld?
Dit afwegingskader is bedoeld voor gemeenten in hun rol als vergunningverlener in het proces van de verduurzaming van monumenten. In het verlengde daarvan is het afwegingskader ook van belang voor ruimtelijke kwaliteits- en monumentencommissies, omdat die binnen het proces van de vergunningverlening opereren binnen de kaders die de betreffende gemeente hen stelt.
Veel voorkomende en relatief eenvoudige ingrepen
Dit afwegingskader richt zich primair op veelvoorkomende en relatief eenvoudige ingrepen. Denk aan het isoleren van woonhuizen, of van al eerder als woningen herbestemde monumenten, zoals een voormalige fabriek. Bij dergelijke vergunningaanvragen zal de gemeente meestal een reguliere procedure doorlopen met een advies van de eigen monumentencommissie.
Alle vormen van woonhuisisolatie
Het afwegingskader kent een thematische opbouw en stelt het monument centraal. Het afwegingskader heeft in deze eerste versie de volgende thema’s: vensterisolatie, gevelisolatie, dakisolatie en vloerisolatie
Over de toepassing van zonnepanelen op monumenten is reeds een afwegingsdocument
beschikbaar in de vorm van de advieslijn van de RCE. In de volgende versie van het afwegingskader zal dit thema, evenals het thema Installaties, aan deze publicatie worden toegevoegd.
Implementeren van het afwegingskader
Het afwegingskader heeft geen rechtstreekse werking. Het zal daarvoor eerst tot gemeentelijk beleid gemaakt moeten worden. Gemeenten zijn vrij of en op welke manier ze gebruikmaken van het afwegingskader. Het is belangrijk om als gemeente met de gemeentelijke monumentencommissie te spreken over de criteria die worden toegepast bij verduurzaming. Dit afwegingskader biedt daarvoor een mooie kans. De gemeente kan het integraal of naar eigen behoefte aangepast vaststellen. Daarbij zijn er drie mogelijkheden:
- Als vast te stellen beleid: uit onderzoek blijkt dat ruim 200 gemeenten geen vastgelegd beleid hebben op het gebied van het verduurzamen van monumenten. Deze gemeenten zouden het afwegingskader integraal kunnen overnemen en vaststellen. Of:
- Ter inspiratie: het afwegingskader kan als inspiratiebron worden gebruikt om te komen tot een eigen kader of handreiking voor de beoordeling van vergunningaanvragen. Of:
- Als toets van het eigen beleid: er zijn gemeenten die al (uitgebreide) kaders of handreikingen hebben voor de beoordeling van duurzaamheidsingrepen bij monumenten. Deze gemeenten kunnen het afwegingskader gebruiken om het eigen beleid nog eens tegen het licht te houden en te beoordelen of er aanleiding is om dit bij te stellen.