Interieurs uit 1940-1965

Naoorlogse interieurs dreigen door sloop en elkaar snel opvolgende modes in rap tempo te verdwijnen. Deze brochure draagt bij aan de waardering voor dit recente culturele erfgoed.

Waardering naoorlogse interieurs

In de eerste twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog nam de aandacht voor toegepaste kunst en vormgeving toe. Idealistische architecten, ontwerpers en fabrikanten streefden naar een betere en functionele woninginrichting, waarin ieder gezinslid zich optimaal kon ontplooien. Deze periode kenmerkt zich onder meer door seriematige massaproductie van meubelen, stijgende welvaart, de opkomst van de doorzonwoning en de stichting Goed Wonen. Ook werd de percentageregeling geïntroduceerd waarmee een grote hoeveelheid monumentale kunst tot stand kon komen. Naast de overheid ontpopten ook andere opdrachtgevers zich als mecenassen. Talloze kerken, bedrijven, fabrieken, bankgebouwen en warenhuizen werden voorzien van glasmozaïeken, tegeltableaus, baksteenreliëfs en glas-in-betonramen.

Colofon

Tekst: Mascha van Damme
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2018